verlichting

Verlichting
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verlichting

Slide 1 - Tekstslide

Bron 1
Een gegeven: In 1774 voorspelde een Friese dominee dat de aarde uit haar baan geslingerd zou worden door een botsing tussen de maan en een aantal planeten. Deze voorspelling veroorzaakte in Friesland grote paniek. Om aan te tonen dat er geen reden was voor paniek, bouwde Eise Eisinga in het plafond van zijn woonkamer in Franeker een schaalmodel van het zonnestelsel. In 1781 was dit planetarium klaar.

Slide 2 - Tekstslide

Gebruik bron 1.
Leg uit dat de idealen van de Verlichting naar voren komen in het optreden van Eise Eisinga.

Slide 3 - Open vraag

Bron 2
De Franse filosoof en schrijver Voltaire (1694-1778) schreef in 1732:
"Stervelingen zijn (allemaal) gelijk: niet de geboorte, alleen de deugd maakt onderscheid tussen hen."

Slide 4 - Tekstslide

Gebruik bron 2.
Leg uit tegen welke sociale verhoudingen Voltaire zich met deze uitspraak verzet.

Slide 5 - Open vraag

Bron 3
De filosoof Jean Jacques Rousseau schrijft in 1762 in zijn boek Emile, ou l'éducation (Emile, of de opvoeding):
Tot nu toe heb ik geen onderscheid gemaakt tussen standen, rang en fortuin. En ik zal dit in het vervolg ook niet doen, omdat alle mensen gelijk zijn, tot welke stand zij ook behoren: de rijke heeft geen grotere maag dan de arme en hij verteert zijn voedsel niet beter; de meester heeft geen langere of sterkere armen dan zijn slaaf; een aanzienlijke is niet aanzienlijker dan een man uit het volk; kortom: omdat de natuurlijke behoeften overal hetzelfde zijn, moeten de middelen om erin te voorzien ook overal dezelfde zijn. Alleen de natuur geeft de mens onuitwisbare eigenschappen en de natuur maakt noch prinsen, noch rijken, noch grote heren.

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik bron 3. Deze opvattingen van Rousseau worden als kenmerkend gezien voor de Verlichtingsidealen.
Toon, met een verwijzing naar de bron, aan dat Rousseau de Verlichtingsidealen omarmt.

Slide 7 - Open vraag

Bron 4
De filosoof Voltaire (1694-1778) was deïst, wat inhield dat hij geloofde dat God, als een horlogemaker, het universum geschapen had als een klok. Deze klok is door God op gang gebracht, waarna het universum zichzelf volgens de natuurwetten zou blijven voortbewegen.

Slide 8 - Tekstslide

Gebruik bron 4.
Leg uit dat dit deïsme past bij de Verlichting.

Slide 9 - Open vraag

Bron 5
In 1792 schrijft markies de Condorcet, een Franse edelman:
We moeten ervan uitgaan dat de vooruitgang van de rede gelijk op zal gaan met de vooruitgang in de kunsten en wetenschappen. Dat bijvoorbeeld de voortgang van de geneeskunde (...) uiteindelijk zal resulteren in de vernietiging van alle besmettelijke en overdraagbare ziekten en ook van de ziekten die het gevolg zijn van klimaat, voedsel en de belasting door de dagelijkse werkzaamheden (...). Is het daarom raar te veronderstellen dat de verbeterbaarheid van het lot van de mens ook geen grenzen kent?

Slide 10 - Tekstslide

Gebruik bron 5.
De opvattingen van markies De Condorcet zijn een voorbeeld van de nieuwe manier van denken in de achttiende eeuw. Noem een kenmerk van deze manier van denken en leg uit hoe dit in de opvattingen van de markies naar voren komt.

Slide 11 - Open vraag