Toetsvoorbereiding
1 / 12
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe noem je een samenleving met verschillende soorten mensen?
A
Multicultureel
B
Pluriforme samenleving
C
Verzorgingsstaat
D
Participatiesamenleving
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van terrorisme?
A
De hervorming van het familierecht en sharia in 2004 in Marrokko
B
De uitbreiding van het zelfbestuur van Palestina in 1995
C
De genocide op de Bosnische moslims in 1995
D
De aanslag op de Twin Towers in New york in 2001
Slide 4 - Quizvraag
Wat is genocide?
A
Volgens een plan vermoorden van een bevolkingsgroep of volk
B
Behoefte om zich af te scheiden
C
Een conflict tussen verschillende landen
D
Het gebruiken van geweld voor politieke doeleinden
Slide 5 - Quizvraag
Is de vervolging van Joden in WO 2 een voorbeeld van genocide? Leg uit waarom
Slide 6 - Open vraag
Waar is seperatisme?
Russen in Oekraïne
Catalanen in Spanje
Schotten in Verenigd Koninkrijk
Slide 7 - Sleepvraag
Verzorgingsstaat
Participatiesamenleving
Mensen moeten zelf voor hun bejaarde ouders zorgen. Mantelzorg heet dat.
Alle mensen met een bepaalde handicap krijgen een vast bedrag per maand om van rond te komen.
Slide 8 - Sleepvraag
Sociale redenen
Economische reden
Politieke redenen
Ecologische / Natuurlijke redenen
Sarah: Door de aardbevingen in Groningen door de gaswinning, was ons huis zo kapot dat we moesten verhuizen
Daan: 'Ik val op jongens en daar staat in mijn land de doodstraf op. Daarom ben ik gevlucht'
Mijn opa en oma zijn verhuisd van Groningen naar Utrecht omdat ze dichterbij de kleinkinderen wilde wonen
Slide 9 - Sleepvraag
Welke problemen kunnen arbeidsmigranten krijgen?
Slide 10 - Open vraag
Integratie
Segregatie
Assimilatie
verschillende groepen mensen leven gescheiden
migranten nemen veel cultuurelementen over van de oorspronkelijke bevolking
migranten passen zich zo aan dat de cultuur helemaal gelijk wordt
Slide 11 - Sleepvraag
Wat betekend retourmigratie?
A
Blijven waar je woont
B
Terug naar het land waar je vandaan komt
C
Terug naar het land waar je nu woont
D
Geen van de antwoorden is juist
