a2 Laat zien wat je al weet over de Nederlandse Opstand
1 / 15
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
De centralisatie in de Nederlanden:
A
vergrootte de macht van de adel
B
vergrootte de macht van de Karel V
C
vergrootte de macht van de steden
D
vergrootte de macht van de burgers
Slide 8 - Quizvraag
een stadhouder
A
werd benoemde door een stad
B
werd benoemd door een gewest
C
werd benoemd door Willem van Oranje
D
werd benoemd door Karel V en later Filips II
Slide 9 - Quizvraag
De Staten-Generaal
A
bestaat uit vertegenwoordigers van de gewesten
B
bestaat uit vertegenwoordigers van één gewest
Slide 10 - Quizvraag
Noem de 3 collaterale raden die Karel V instelde
Slide 11 - Open vraag
Waarom zorgden de collaterale raden voor centralisatie?
Slide 12 - Open vraag
Wat is een ketter?
A
iemand die niet gelooft volgens de regels van de Paus
B
iemand die gelooft in Allah
C
iemand die gelooft in Jahweh
D
iemand die niet gelooft in een God
Slide 13 - Quizvraag
bloedplakkaten
A
wetten om de opstandige adel te straffen
B
klachten tegen het regime van Karel V
C
wetten om ketters te vervolgen
D
Klachten tegen de katholieke kerk
Slide 14 - Quizvraag
de belangrijkste hervormer in de Republiek
A
Calvijn
B
Luther
