oefenen blok 1 en 2

Oefenen blok 1 en 2
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Oefenen blok 1 en 2

Slide 1 - Tekstslide

Jagers-verzamelaars
hebben geen:
A
Dieren
B
Kinderen
C
Vaste woonplaats
D
tenten

Slide 2 - Quizvraag

Boer of jager-
verzamelaar?
A
Boer
B
Jagers-verzamelaar

Slide 3 - Quizvraag

Jager-verzamelaar
A
De verandering van jager-verzamelen naar landbouw
B
Mensen die leven van de jacht en wat ze vinden in de natuur
C
Planten verbouwen en dieren fokken
D
spullen, producten

Slide 4 - Quizvraag

Wie waren de jager-verzamelaars?
A
Mensen die leven van jacht op dieren en het verzamelen van planten, vruchten en noten
B
Mensen die leven van akkerbouw en veeteelt.

Slide 5 - Quizvraag

De jager-verzamelaars waren nomaden. Wat zijn nomaden?
A
Mensen die op één plek blijven wonen
B
Mensen die rondtrekken op zoek naar voedsel
C
De eerste boeren
D
een soort insect

Slide 6 - Quizvraag

Waar ontstond de eerste mens?
A
Europa
B
Amerika
C
Afrika
D
Azië

Slide 7 - Quizvraag

Vuur was voor de eerste mensen een belangrijke ontdekking.

Wat is geen voordeel van vuur?

A
Het geeft licht.
B
Het geeft warmte.
C
Je kunt er eten op klaarmaken.
D
Bij een vuur ontstaan gevaarlijke stoffen.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kwam het dat mensen steeds slimmer werden?
A
Ze aten gezonder
B
Ze kookte hun eten
C
Ze gingen niet meer jagen op dieren
D
Ze verplaatste zich steeds

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het klimaat?
Het klimaat is een omschrijving van de gemiddelde weersomstandigheden:
A
gedurende een week
B
gedurende 1 jaar
C
gedurende 30 jaar
D
gedurende 6 maanden

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor klimaat heeft Nederland? kies uit: land klimaat, zee klimaat, gematigd zeeklimaat.
A
land klimaat
B
regen klimaat
C
gematigd zeeklimaat
D
Toendra klimaat

Slide 11 - Quizvraag

tropisch klimaat of woestijn klimaat?
A
Tropisch klimaat
B
woestijn klimaat

Slide 12 - Quizvraag

Temperatuur meten we in graden....

Slide 13 - Open vraag

Wat hoort niet bij weer?
A
neerslag
B
temperatuur
C
wind
D
klimaat

Slide 14 - Quizvraag

'Als de zon hoog staat, heb je een lange schaduw'
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Het tropisch regenwoud is een warm gebied rond de evenaar …
A
waar veel verschillende planten groeien
B
met weinig plantengroei
C
waar weinig noten en vruchten zijn
D
waar het koud is

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de toendra?
A
Naaldbos in poolstreken
B
Loofbos in poolstreken
C
Boomloos gebied in de poolstreken
D
Sneeuw en IJs gebied

Slide 17 - Quizvraag

In de savanne
A
Heb je het hele jaar door regen
B
Valt er helemaal geen regen
C
regent er niet elke maand, paar droge maanden.
D
Regent het maar ongeveer 2 maanden per jaar

Slide 18 - Quizvraag

Bij de evenaar is het
A
Warm en droog
B
warm en nat
C
koel en droog
D
koel en nat

Slide 19 - Quizvraag

Bij de evenaar komen veel loofbossen voor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Landbouw...
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
A
akkerbouw + landbouw = veeteelt
B
landbouw + veeteelt = akkerbouw
C
veeteelt + akkerbouw = landbouw

Slide 21 - Quizvraag



Het gebied van de vruchtbare halve maan ligt in..

A
• Zuid-Europa
B
• Klein-Azië
C
• Het Midden-Oosten
D
• Afrika

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Irak?
A
Bagdad
B
Amman
C
Teheran
D
Riad

Slide 23 - Quizvraag

Welke zee zie je hier?
A
Middelandse zee
B
Egyptische zee
C
Perzische golf
D
Rode Zee

Slide 24 - Quizvraag

Welk land is dit?
A
Egypte
B
Turkije
C
Irak
D
Israel

Slide 25 - Quizvraag


Wat is de hoofdstad van Jordanië?
A
Amman
B
Petra
C
Damascus
D
Aqaba

Slide 26 - Quizvraag

Wat is irrigatie?
A
Een ander woord voor slib
B
Het begraven van farao's in tombes
C
Het overstromen van de rivier
D
Het graven van kanalen en slootjes zodat het water bij de akkers komt

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het voordeel van slib?
A
Het ziet er mooi uit
B
Het is eten voor de dieren
C
Het is vruchtbaar
D
Het zorgt voor nieuwe rivieren

Slide 28 - Quizvraag

Hoe noemen we dit?

Slide 29 - Open vraag

Natuurlijke selectie is
A
Dieren kiezen de eigenschappen die ze nodig hebben
B
Dieren met gunstige eigenschappen overleven vaker.
C
God heeft de wereld geschapen
D
Dieren krijgen uit het niets nieuwe eigenschappen

Slide 30 - Quizvraag


Wat is een natuurlandschap?
A
Landschap. Waar de mens niks aan gedaan heeft
B
Landschap waar de mens natuur heeft gemaakt.
C
Landschap. Waar de mens niets of nauwelijks iets aan heeft gedaan.
D
Landschap op een schilderij

Slide 31 - Quizvraag

Is dit een ingericht landschap?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Wat is kenmerkend voor de Steentijd?
A
Hunebedden zijn van steen
B
Er zijn veel stenen in die tijd
C
Voorwerpen uit die tijd zijn van steen gemaakt

Slide 33 - Quizvraag

In een gematigd klimaat heb je verschillende seizoenen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Op de foto staan Hunebedden. Wat is een hunebed?
A
Tempel
B
Huis
C
Vuurplaats
D
Graf

Slide 35 - Quizvraag