Mode

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

 la mode

• luisteren - 4 vragen 
• woorden/ zinnen Bron A,B,E en F
• getallen
• grammaire - aanwijzend voornaamwoord 
• grammaire - pouvoir/vouloir
• lezen - 4 vragen 
  

   

         LET OP: je kunt niet terug naar de vorige vraag

- Pak je boek!

- Telefoon weg

- camera aan, blijf in beeld

Luisteren - écouter

- luistervaardigheid

- 4 vragen

Waarom hebben Thierry en Milou badkleding nodig?

Luisterfragment

1. Ze gaan op vakantie
2. Hij doet mee aan een sporttoernooi
3. Ze gaan vandaag zwemmen

Hoe duur is de badkleding die Milou vindt?

Luisterfragment

1. € 15
2. € 5
3. €20
4. € 12

Welke kleuren badkleding kopen ze?

Luisterfragment

1. blauw en rood
2. blauw en roze
3. zwart en rood

Waarom is Thierry teleurgesteld als hij op zijn telefoon kijkt?
Antwoord zo uitgebreid mogelijk...

Luisterfragment

Vocabulaire

- woorden en zinnen A,B,E en F

- getallen

- 7 Vragen

Wat betekent:

Oui, je veux acheter un pull.

1. Ja, ik wil een trui kopen.
2. Ja, ik wil een trui kiezen.
3. Ja, ik koop een shirt.
4. Ja, ik wil een broek kopen.

Hoe zeg je:
Het shirt is lelijk.

Wat betekent:
Qu'est-ce qu'elle aime?

1. Waar houdt hij van?
2. Waar houdt zij van?
3. Wat vindt ze lelijk?

Hoe zeg je in het Frans:

De muts kost zeventien euro.

Le jean est....

duur

wit

oud

mooi

lelijk

beau

cher

ancien

moche

blanc

Wat betekent:

Il aime porter des chaussures noires.

1. Hij draagt graag zwarte schoenen.
2. Hij koopt dure schoenen.
3. Zij draagt graag zwarte sneakers.
4. Hij wil de zwarte schoenen kopen.

Welke getallen staan er bij 2,3 en 4?

Grammaire - aanwijzend voornaamwoord

- grammaire Bron C

- 4 vragen

Wat betekent:

cette ville

1. deze stad
2. leuke stad
3. dit meisje
4. de stad

Hoe zeg je in het Frans:
deze schoenen

Vertaal:
Je veux acheter ce jean.

In deze brief staat 6x een aanwijzend voornaamwoord.

Hoe vaak is die vrouwelijk?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Grammaire werkwoorden

- vouloir en pouvoir

- 4 vragen 

Wat betekent:

nous voulons

1. wij willen
2. jullie willen
3. wij kunnen
4. jullie kunnen

Hoe zeg je in het Frans:
Ik kan

Hoe zeg je in het Frans:
Zij willen deze trui kopen.

tu

nous

elle

vous

ils

veulent

voulez

pouvons

peux

veut

Lezen - Lire

- stukje tekst

- 2 vragen 

Wat heeft deze persoon gekocht?

Deze persoon is heel positief over sportschoenen. Waarom?

Noem 3 redenen en noteer het Franse woord waaraan je het hebt gezien