2H 6e ed. ch.3 Herhaling A t/m G

Ch. 3 herhaling A t/m G
Chapitre 3, bron A t/m G 
2. Aanwijzend voornaamwoord (bron D) 
3. Les nombres jusqu'à 1000 (p. 130)
4. Écrire (helpt bij de tâche)
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ch. 3 herhaling A t/m G
Chapitre 3, bron A t/m G 
2. Aanwijzend voornaamwoord (bron D) 
3. Les nombres jusqu'à 1000 (p. 130)
4. Écrire (helpt bij de tâche)

Slide 1 - Tekstslide

Vocabulaire
Combineer de juiste woorden met elkaar

Slide 2 - Tekstslide

le centre commercial
la jupe
presque
beau, belle
peut-être
acheter
moche
le jean

Slide 3 - Sleepvraag

Verbes vouloir en pouvoir
Maak de juiste combinaties

Slide 4 - Tekstslide

Pouvoir & vouloir

Slide 5 - Tekstslide

ils ... (vouloir)

Slide 6 - Open vraag

Voer de juiste vorm van vouloir in:
On__________

Slide 7 - Open vraag

Traduis: hij wil

Slide 8 - Open vraag

Wat voor soort werkwoordsvorm komt na pouvoir/vouloir?
Max Verstappen peut acheter une Ferrari.

Slide 9 - Open vraag

elle ... (vouloir)

Slide 10 - Open vraag

on ... (pouvoir)

Slide 11 - Open vraag

Complète la phrase avec le verbe 'pouvoir'
Nous (.....) aller au cinéma demain?

Slide 12 - Open vraag

Vervoeg: elles + pouvoir = elles ...

Slide 13 - Open vraag

Merk je dat je de werkwoorden pouvoir en vouloir niet goed genoeg kent om toe te kunnen passen?
Dan is het belangrijk om de rijtjes goed in je hoofd te stampen, bijvoorbeeld door ze te oefenen op www.verbuga.eu

Als je dit een paar dagen achter elkaar 5 minuten doet, komen de werkwoorden goed in je hoofd.

Slide 14 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
Kies de juiste vorm van het aanwijzend voornaamwoord 
(ce, cet, cette of ces)

Slide 15 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
Die, dat, deze, dit ---> Ce, cet, cette, ces


Enkelvoud
Meervoud
Mannelijk
Ce
Ces
Mannelijk met h of klinker
Cet
Ces
Vrouwelijk
Cette
Ces

Slide 16 - Tekstslide

Vul in: ce, cette, cet, ces
______ concert (M) est formidable!

Slide 17 - Open vraag

ce/cette/cet/ces ......... articles sont intéressants

Slide 18 - Open vraag

Vul in: ce, cette, cet, ces
______ émission (V) est ennuyeuse

Slide 19 - Open vraag

4. ... hôtel (M)est loin de Paris.
ce-cet-cette-ces

Slide 20 - Open vraag

Vul in, kies uit: ce, cet, cette, ces.
J'adore ___ ville (v)!

Slide 21 - Open vraag

Les nombres
Ken je de getallen t/m 1000?

Slide 22 - Tekstslide

Stel dat je moeite hebt met de getallen

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de juiste vertaling van 41?
A
quarante -et-un
B
quarante-un
C
quarante et un
D
quatorze et un

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van 90?
A
quatre-vingts-dix
B
quatre-vingt-dix
C
quatre vingt dix
D
nonante

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van 105?
A
cents cinq
B
cent et cinq
C
cent-cinq
D
cent cinq

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van 475?
A
quatre-cent-soixante-dix-cinq
B
quatre cents soixante-quinze
C
quatre cent soixante-quinze
D
quatre-cent-soixante-quinze

Slide 27 - Quizvraag

Hoe schrijf je 87 in het Frans?

Slide 28 - Open vraag

Wat is het Franse getal voor 80?
timer
1:00

Slide 29 - Open vraag

Schrijf uit in het Frans:
100

Slide 30 - Open vraag

Hoe schrijf je in het Frans:
871
timer
1:00

Slide 31 - Open vraag

Hoe zeg je 90 in het Frans?

Slide 32 - Open vraag

Schrijf in het Frans:
71

Slide 33 - Open vraag

Écrire
Schrijf hele zinnen! Hiermee laat je zien dat je klaar bent voor de tâche.

Slide 34 - Tekstslide

Zeg dat je een broek wil kopen voor een vriend.

Slide 35 - Open vraag

Zeg naar welke winkel je gaat.

Slide 36 - Open vraag

Zeg wat je vriend vaak draagt en in welke kleuren.

Slide 37 - Open vraag

Zeg welke maat hij heeft.

Slide 38 - Open vraag

Zeg hoe duur de sneakers zijn.
(getal in letters uitschrijven)

Slide 39 - Open vraag

Hoe ga jij jezelf voorbereiden op de tâche en toets? Wat kan er beter?

Slide 40 - Open vraag