B2 Les 37 (bijv. naamwoord)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Les 37: bijvoeglijk naamwoord

0

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Zelfstandig naamwoorden kennen we al: dat zijn mensen, dieren en dingen. 

Bijv. het boek, de fiets, een vijver, de krekel, het stoeltje.

Bijvoeglijk naamwoord

de-woorden krijgen +e

--> de oude krant, de dure bank

 het-woorden krijgen +e:                                        maar: zijn bij 'een' zonder -e 

het diepe meer                                                                       een diep meer

                                                                                             

 stof en materialen krijgen - en:

Het gouden horloge

Welke bijvoeglijke naamwoorden
ken jij nu?

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin: 'ze heeft helaas een lekke band'

1. ze
2. helaas
3. lekke
4. band

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin: 'De ondraaglijke pijn die hij had was niet om aan te zien'

1. De
2. ondraaglijke
3. pijn
4. had

Hoeveel bijvoeglijke naamwoorden zitten er in de volgende zin: 'De lekkerste broodjes komen van deze fantastische bakkerij'

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel bijvoeglijke naamwoorden zitten er in de volgende zin: 'Deze enorme, kale man tilde net die zware hond op'

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijke naamwoorden komen voor als:

• Stellende trap: vers
  
• Vergrotende trap: verser
  
• Overtreffende trap: verst
  

Let op!
  

Soms veranderen er letters --> boos, bozer, boost 

Soms verandert het woord --> veel, meer, meest

Het is kleiner dan … en even klein als …

stellende trap	vergrotende trap	overtreffendetrap
groot	groter	grootst
duur
fijn
dom

Trappen van vergelijking

'Zachter' is de....

1. Stellende trap
2. Vergrotende trap
3. Overtreffende trap

'Mooist' is de....

1. Stellende trap
2. Vergrotende trap
3. Overtreffende trap

'snel' is de....

1. Stellende trap
2. Vergrotende trap
3. Overtreffende trap

'blauwer' is de....

1. Stellende trap
2. Vergrotende trap
3. Overtreffende trap

Aan de slag!

Maken: les 37 opdr. 1 t/m 9