a) Je kunt beschrijven wat een vulkaan is en b) beschrijven wat de gevolgen van vulkaanuitbarstingen kunnen zijn.
a) Je kunt benoemen in verschillende stappen hoe vulkanen ontstaan en b) je kunt verklaren waarom de gevolgen voor mensen in arme landen verschillen van die voor bewoners van rijke landen.
Je kunt op een kaart met de aardkorstplaten de gebieden aanwijzen met een groot aardbevingsrisico en verklaren waarom.
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij vulkanen?
Slide 3 - Woordweb
Vulkanen komen voor op 2 (3) plekken.
Slide 4 - Tekstslide
Is elke berg een vulkaan?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
Magma
Kraterpijp
Lava
krater
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Video
Wat is een voordeel van een vulkaanuitbarsting?
Slide 8 - Open vraag
Waar op aarde komen vulkanen voor?
A
in de buurt van de bergen
B
in de buurt van alle platen
C
alleen bij botsende platen
D
bij platen die uit elkaar & naar elkaar toe bewegen
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Video
Welk begrip hoort bij de afbeeldingen?
A
aardbevingen
B
tsunami
C
midoceanische rug
D
eiland
Slide 11 - Quizvraag
Aan de slag!
Maak nu opgave 1 t/m 6
Vragen? Steek je vinger op.
Volume: Eerst in stilte werken 10 min. (rood stoplicht) dan 10 minuten samenwerken (groen stoplicht).