3bk - Les 3 P4: werden + woordjes K5

Deutsch
Les 3:

- das Verb werden

- das Perfekt 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deutsch
Les 3:

- das Verb werden

- das Perfekt 

Slide 1 - Tekstslide

Heute
voorbereiding voor les 3:

maken: opdr. 7, 8 en 9 van § 5.1
en spreekopdracht 5

Verwerkingsopdrachten na les 3:
leren
woordjes Kapitel 5 Lernbox 1 t/m 4







Slide 2 - Tekstslide

werden -> betekenis (1)
worden

  • Morgen werde ich 16.
  • Ich will später Lehrerin werden.
  • Mein nächstes Fahrrad wird blau.
  • Ich werde verrückt!

uitleg

Slide 3 - Tekstslide

werden -> betekenis (2)
zullen, gaan ..., van plan zijn

  • Das werde ich nicht machen. 
  • Wir werden dich morgen besuchen. 
  • Thomas wird seine Hausaufgaben machen. 
  • Werdet ihr das Buch noch lesen?
uitleg

Slide 4 - Tekstslide

Samenvatting
uitzondering:  werden

werden:                                          
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
werde
wirst
wird

werden
werdet
werden
werden heeft 2 betekenissen:
  1. worden
  2. zullen/van plan zijn/gaan ...

Vertalen van gaan:
  • werden = van plan zijn, zullen
  • gehen = ergens naartoe
uitleg

Slide 5 - Tekstslide

Ik word morgen 14.
Ich ... morgen 14.
1/8
A
werde
B
wirde
C
werd
D
wird

Slide 6 - Quizvraag

Zullen jullie lief zijn?
... ihr lieb sein?
2/8
A
Wirdet
B
Werd
C
Werdet
D
Werdt

Slide 7 - Quizvraag

Jij wordt later dierenarts.
Du ... später Tierarzt.
3/8
A
werdest
B
wirst
C
wirdst
D
wirdest

Slide 8 - Quizvraag

Thomas gaat ons helpen.
Thomas ... uns helfen.
4/8
A
werdet
B
wirst
C
werdest
D
wird

Slide 9 - Quizvraag

woordenschat Kapitel 5

Slide 10 - Tekstslide

de Zolder
A
das Oberzimmer
B
das Erdgeschoss
C
das Dachgeschoss
D
der Dachboden

Slide 11 - Quizvraag

de gang
A
der Flur
B
der Gang
C
das Obergeschoss
D
das Zwischengeschoss

Slide 12 - Quizvraag

de kelders
3/8
A
die Kellers
B
die Keller
C
die Kellern
D
die Kellerer

Slide 13 - Quizvraag

die Miete
A
de mier
B
de huur

Slide 14 - Quizvraag

dunkel
A
donker
B
kelder

Slide 15 - Quizvraag

die Küche
A
de kuiken
B
de keuken

Slide 16 - Quizvraag

der Zettel
A
het briefje
B
de ketel

Slide 17 - Quizvraag

hell
A
hel
B
licht

Slide 18 - Quizvraag

bequem
A
comfortabel
B
ligstoel

Slide 19 - Quizvraag