2.2 DNA en specialisatie

 DNA en specialisatie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 DNA en specialisatie

Slide 1 - Tekstslide

Eiwitproductie
1. Eiwitproductie begint in de celkern. Een stukje DNA bevat de bouwinstructie voor een eiwit
2. Dit stukje wordt gekopieerd in de vorm van een RNA molecuul (transcriptie)
3. Via de kern poriën reist het RNA molecuul vervolgens naar het cytoplasma
4. Een ribosoom “leest” het RNA- molecuul en koppelt dan aminozuren aan elkaar volgens de bouwinstructie (translatie)

Slide 2 - Tekstslide

Van de volgende streng DNA wordt een eiwit gemaakt: TAC TAA CGC ATC CCC TCA
Geef de RNA streng met de bijbehorende aminozuren.

Slide 3 - Open vraag

translatie
begint bij startcodon (zie binas)
Eindigd bij stopcodon (zie binas)

Slide 4 - Tekstslide

Geef de RNA streng en bijbehorende aminozuren.
aat tac cca gct gga atc cta ggg

Slide 5 - Open vraag

niet-coderend DNA
98,5 % van het DNA heeft geen functie  junk DNA
Sinds kort bekend dat het reguleren functie heeft bij de synthese van eiwitten
Volgorde code = DNA sequentie (zie afbeelding)


Slide 6 - Tekstslide

puntmutatie
subsitutie-vervangen
insertie-toevoegen
deletitie-verwijderen

Slide 7 - Tekstslide

genoommutatie
verandering aantal chromosomen

Hoeveel chromosomen hebben mensen?
Wat verschilt er in een karyogram bij een man en vrouw?

Slide 8 - Tekstslide

Langs een deel van het RNA met de code UAC CAC UGG CAG ontstaat een eiwit . Leg uit wat het effect is als er bij de code CAC de tweede base verandert in een G.

Slide 9 - Open vraag

Langs een deel van het RNA met de code UAC CAC UGG CAG ontstaat een eiwit . Leg uit wat het effect is als er bij de code CAC de derde base verandert in een U.

Slide 10 - Open vraag

oefenen
Maak de opdrachten: 24, 29, 30, 33, 39, 40 en 44

Slide 11 - Tekstslide