to be & to have got

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

to be = zijn
I
You

She
He
It

We
You
They
Am
Are

Is
Is
Is

Are
Are 
Are
'm
're

's
's
's

're 
're
're
Je mag het ook afkorten:
I
You

She
He
It

We
You
They

Slide 2 - Tekstslide

Maak een zin met de vorm van to be

Slide 3 - Open vraag

Sleep de vormen van to be naar de juiste plek in de zinnen.
1. I _________ at home.

2. You _________ with your brother.

3. He _________ working out.
am
is
are

Slide 4 - Sleepvraag

Pas toe ...kies uit am/are/is
is are
are is
is are
are are
is
is am is
is are am

Slide 5 - Tekstslide

Pas toe ...kies uit am/are/is

Slide 6 - Tekstslide

Pas toe ...kies uit am/are/is
is are
are is
is are
are are
is
is am is
is are am

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

you 
He/she/it 
We/you/they
have (got) 
has got
Ik
Wij 
've got
's got 

Slide 9 - Sleepvraag

Greg ____ beautiful long hair. His parents _____ short grey hair.
A
have - has
B
has - have
C
has - has
D
have - have

Slide 10 - Quizvraag

Maak vragend.
They have got a dog.

Slide 11 - Open vraag

Maak ontkennend
Mary and Sarah have got a brother.

Slide 12 - Open vraag

Maak ontkennend:
They have got messy rooms

Slide 13 - Open vraag

Maak vragend:
My friends have got brown hair.

Slide 14 - Open vraag

I ____ a boy and I _____ a lot of friends.
A
am - am
B
am - has
C
am - have
D
are - have

Slide 15 - Quizvraag

Uit welke drie woorden kan ik kiezen
als ik 'to be' zie staan?

Slide 16 - Open vraag

Uit welke twee woorden kan ik kiezen
als ik 'have got' zie?

Slide 17 - Open vraag

My parents ___ a blue car. The car ___ at the garage at the moment.
A
have - is
B
has - is
C
have - are
D
have - am

Slide 18 - Quizvraag