unit 1 Grammar: to be and to have got

Welcome class:today ...
Vandaag gaan we verder met het werkwoord to be & to have (got)

Doel: aan het eind van de les kunnen we de vorm van to be  & to have ( got) toepassen.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome class:today ...
Vandaag gaan we verder met het werkwoord to be & to have (got)

Doel: aan het eind van de les kunnen we de vorm van to be  & to have ( got) toepassen.

Slide 1 - Tekstslide

Hello class; make notes please!

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg ...
Er valt weinig uit te leggen je moet dit rijtje gewoon goed onthouden!!

Slide 3 - Tekstslide

to be = zijn
I
You

She
He
It

We
You
They
Am
Are

Is
Is
Is

Are
Are 
Are
'm
're

's
's
's

're 
're
're
Je mag het ook afkorten:
I
You

She
He
It

We
You
They

Slide 4 - Tekstslide

Maak een zin met de vorm van to be

Slide 5 - Open vraag

Sleep de vormen van to be naar de juiste plek in de zinnen.
1. I _________ at home.

2. You _________ with your brother.

3. He _________ working out.
am
is
are

Slide 6 - Sleepvraag

Pas toe ...kies uit am/are/is
is are
are is
is are
are are
is
is am is
is are am

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden ...

Slide 8 - Tekstslide

have got = hebben
I
You

She
He 
It

We 
You 
They
I
You

She
He 
It

We 
You 
They
Je mag het ook afkorten:
have (got)
have (got)

has (got)
has (got)
has (got)

have (got)
have (got)
have (got)
've (got)
've (got)

's (got)
's (got)
's (got)

've (got)
've (got)
've (got)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Peppa pig heeft een klein broertje

Slide 11 - Woordweb

Het broertje heeft een dinosauriër ( dinosaur)

Slide 12 - Woordweb

you 
He/she/it 
We/you/they
am
are 
is 
have (got) 
has got
Ik
Wij 
've got
's got 
'am 
're 

Slide 13 - Sleepvraag

Greg ____ beautiful long hair. His parents _____ short grey hair.
A
have got - has got
B
has got - have got
C
has got - has got
D
have got- have got

Slide 14 - Quizvraag

My parents ___ a blue car. The car ___ at the garage at the moment.
A
have got - is
B
has got- is
C
have got - are
D
have got - am

Slide 15 - Quizvraag

I ____ a boy and I _____ a lot of friends.
A
am - am
B
am - has got
C
am - have got
D
are - have got

Slide 16 - Quizvraag

My dad ____ blond hair, my mom ____ brown hair. They ____ 57 years old.
A
has got - has got- is
B
have got - has got - are
C
has got - has got - are
D
have got - have got - is

Slide 17 - Quizvraag

Uit welke drie woorden kan ik kiezen
als ik 'to be' zie staan?

Slide 18 - Open vraag

Uit welke twee woorden kan ik kiezen
als ik 'have got' zie?

Slide 19 - Open vraag

Kies het juiste antwoord:

My sister ____ my best friend.
A
Am
B
Is
C
Are
D
's

Slide 20 - Quizvraag

John and Casey _____ best friends
A
're
B
are
C
is
D
's

Slide 21 - Quizvraag

I ____ a big black dog at home.
A
am
B
have got
C
has got
D
are

Slide 22 - Quizvraag

My father and I _____ at the zoo today.
A
am
B
is
C
are
D
have got

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

Ik kan de juiste vorm van to be & to have ( got) gebruiken.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
misschien

Slide 29 - Quizvraag

Homework/ study time

  • in silence ( so don’t disturb others)
  • work on your HW
  • raise your hand if you’ve got a question
  • When you're done: learn words or do the test yourself

Slide 30 - Tekstslide

Well done!


Slide 31 - Tekstslide