H2 Samen met het buitenland 2.3 Europa helpt ons verder Deel 1 (Plein M 4e editie)

Welkom bij economie!

Hoofdstuk 2: Samen met het buitenland

2.3 Europa helpt ons verder
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij economie!

Hoofdstuk 2: Samen met het buitenland

2.3 Europa helpt ons verder

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Herhalen Theorie 2.2 Meer of minder buitenlandse handel?
  • Theorie 2.3 Europa helpt ons verder
  • Zelfstandig aan het werk


Slide 2 - Tekstslide

Herhalen 2.2
Lesdoelen:

Nu:
  • kun je uitleggen hoe gebieden op de wereld steeds meer met elkaar verbonden raken;√
  • kun je uitleggen op welke manieren landen hun eigen bedrijven beschermen tegen buitenlandse concurrentie;√
  • kun je hoe uitleggen hoe internationale handel kan leiden tot ruzie tussen landen;√
  • kun je uitleggen dat landen afspraken maken om makkelijker met elkaar te kunnen handelen.√

Slide 3 - Tekstslide

2.3 Europa helpt ons verder
Lesdoelen:

Aan het einde van de les:


  • Kun je uitleggen wat de Europese Unie met de economie te maken heeft;
  • Kun je uitleggen wanneer je met vreemd geld te maken hebt;

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Samenwerking in Europa
Binnen de Europese Unie is er:
  • samenwerking op politiek gebied
  • samenwerking op economisch gebied
  • vrijhandel


Verschillende Europese landen willen lid worden van de EU.

Welk land is het enige land dat de EU weer heeft verlaten?
  • Het Verenigd Koninkrijk.




Slide 6 - Tekstslide

Wij hebben de euro
Een aantal landen van de Europese Unie heeft de euro als munteenheid.

Deze landen vormen de eurozone.

De euro heeft verschillende voordelen:
  • Je kunt prijzen in verschillende landen makkelijker                                                                                             met elkaar vergelijken.
  • Je hebt geen kosten voor het omwisselen van je geld.






Slide 7 - Tekstslide

Euro’s, dollars of ponden?
  • Bij handel buiten de eurozone krijgen bedrijven te maken met vreemd geld:
  •           Dat is buitenlands geld van een land dat niet de euro heeft.

  • Hoe betaal je in de Verenigde Staten?

  • Met dollars.
  • Hoe betaal je in het Verenigd Koninkrijk?
  • Met ponden.


Het omwisselen van euro’s naar dollars of ponden kost geld.




Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 1 t/m 6 op bladzijde 56 t/m 58. Je mag overleggen. 
Schrijf de volledige antwoorden in je boek/schrift, inclusief formule!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Na 15 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. 
Iedereen moet zijn antwoord kunnen uitleggen.

Slide 9 - Tekstslide

Opgave 1 blz 56: Bekijk bron 13 en 14

a Waar mag je reizen met het document in bron 13?
A
alleen binnen Nederland
B
alleen naar landen binnen de Europese Unie
C
naar landen binnen en buiten de Europese Unie

Slide 10 - Quizvraag

Opgave 1 blz 56: Bekijk bron 13 en 14

b Waar mag je reizen met het document in bron 14?
A
alleen binnen Nederland
B
alleen naar landen binnen de Europese Unie
C
naar landen binnen en buiten de Europese Unie

Slide 11 - Quizvraag

Opgave 2 blz 57:

Lees de tekst ‘Samenwerking in Europa’.
Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? Kies de goede antwoorden
A
Alle Europese landen zijn aangesloten bij de Europese Unie.
B
De EU-lidstaten werken alleen samen op economisch gebied.
C
De EU wil dat de handel tussen lidstaten eenvoudig en soepel verloopt.
D
Landen kunnen ervoor kiezen om de Europese Unie weer te verlaten.

Slide 12 - Quizvraag


Lees de tekst ‘Samenwerking in Europa’.
Op welke twee gebieden werken landen in de Europese Unie vooral samen?

Slide 13 - Open vraag

Opgave 2b blz 57:

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? Kies de juiste antwoorden
A
Alle Europese landen zijn aangesloten bij de Europese Unie.
B
De EU-lidstaten werken alleen samen op economisch gebied.
C
De EU wil dat de handel tussen lidstaten eenvoudig en soepel verloopt.
D
Landen kunnen ervoor kiezen om de Europese Unie weer te verlaten.

Slide 14 - Quizvraag

Opgave 3 blz 57

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 4a blz 58: Lees de tekst ‘Wij hebben de euro’.

a Sinds welk jaar kun je in een groot deel van de Europese Unie met de euro
betalen?

Slide 16 - Open vraag

Opgave 4b blz 58: Lees de tekst ‘Wij hebben de euro’.

b Noem drie munteenheden die tot de invoering van de euro in Europa
gebruikt werden.

Slide 17 - Open vraag

Opgave 4c blz 58: Lees de tekst ‘Wij hebben de euro’.

c Wat is de eurozone?

Slide 18 - Open vraag

Opgave 5a blz 58: Bekijk bron 18.

a Maak een schatting van het percentage EU landen dat de euro heeft.
Kruis het juiste antwoord aan.
A
ongeveer 50%
B
ongeveer 70
C
ongeveer 90%

Slide 19 - Quizvraag

Opgave 5b blz 58: Bekijk bron 18.

Noem 4 EU landen die (nog) niet de euro hebben

Slide 20 - Open vraag

Afsluiting 2.3 deel 1
Lesdoelen:

Nu:

  • Kun je uitleggen wat de Europese Unie met de economie te maken heeft; √
  • Kun je uitleggen wanneer je met vreemd geld te maken hebt; √

Slide 21 - Tekstslide