230616-Medicijngroepen

Medicatiegroepen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Medicatiegroepen

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
- Je kan de meest voorkomende medicatiegroepen benoemen
Je kan benoemen welke de medicatiesoorten in een medicatiegroep voorkomen
Je kan per medicatiegroep een medicijnen benoemen 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Vragen rondje over Malmberg online VTH Hoofdstuk 1 & 3 
  • Theorie medicatiegroepen
  • Opdracht in subgroepen
  • Korte presentatie
  • Afsluiten
 

Slide 3 - Tekstslide

Malmberg: VTH Hoofdstuk 1 & 3

Hoe gaat het? 
Is alles af?
... vragen?

Slide 4 - Tekstslide

Antistollingsmiddelen = anticoagulantia
Werking: Verminderen stollen van het bloed
Soorten: - Vitamine K antagonisten (VKA). 
                   - Directe orale anticoagulantia (DOAC's, ook wel 
                      NOAC's genoemd)
                   - Parenterale (subcutane) anticoagulantie.  
Voorbeelden medicatie:
Vitamine K antagonisten: Marcoumar ® Fenprocoumon = werkzame stof. Acenocoumarol
DOAC/NOAC: Xarelto ® (rivaroxaban), Pradaxa ® (dabigatran), Eliquis®(apixaban), 
                            Lixiana®(edoxaban)
Parenterale/subcutane: Clexane ® (enoxaparine), Fraxiparine ® (nadroparine) , 
                                                   Arixtra® (fondaparinux)

Slide 5 - Tekstslide

Anticoagulantia
Indicatie: 
  • Het verminderen van het risico op beroertes en embolieën ten gevolge van bloedstolsels bij patiënten met bepaalde hartritmestoornissen
  • Behandeling van bloedstolsels en embolen
  • Kleplijden 

Contra-indicatie:
  • Patiënten met een hoger bloedingsrisico
  • Leverinsufficiëntie

Slide 6 - Tekstslide

Marcoumar
Merknaam: Marcoumar
Stofnaam: Fenprocoumon 
Medicijngroep: Anti-stolling
Indicatie: bij trombose, bepaalde hartritmestoornissen, na hartinfarct/CVA om herhaling te 
                     voorkomen
Werking: zorgt ervoor dat bloed minder makkelijk samenklontert (antistollingsmedicijn)
Bijwerking: bloedingen (meestal in huid, spieren, maag-darmstelsel, tractus urogenitalis (in 
                         urinewegen en geslachtsorganen), hersenen, baarmoeder, lever, galblaas, oog).
                          misselijkheid, diarree, braken, verminderde eetlust
Toedieningsvorm: tablet
Aandachtspunt bij inname: zonder kauwen innemen met wat vloeistof. Innemen aan eind van de middag of begin van de  avond.
Interactie met andere medicijnen: De ontstekingsremmende pijnstillers fenylbutazon en piroxicam mag u NIET gebruiken. 
                                             Voorzichtig met  ibuprofen, naproxen en ketoprofen: verhogen de kans op bloedingen in maag en darmen. 
                                                                        Noscapine, een hoestmiddel. De werking van fenprocoumon neemt toe.
Contra-indicatie








Veranderingen in medicatie 
doorgeven aan trombosedienst

Slide 7 - Tekstslide

Werk in een duo/trio 1 medicijngroep uit. Presenteer deze voor de klas

1. Medicatie voor de luchtwegen
2. Kalmerende medicijnen
3. Medicatie die de bloeddruk beïnvloeden
4. Medicatie die op hart inwerkt


Gebruik hierbij Verpleegtechnische handelingen N3: module 7.1 
www.apotheek.nl
https://geneesmiddeleninformatiebank.nl


Werk uit:
Benoem medicatiegroep en hoe je deze kunt onderverdelen in werking. 
Noem hierbij voorbeelden van medicijnen met merknaam en stofnaam.

Werk 1 medicijn uit, beschrijf:
- De werking
- Noem indicaties
- Noem minimaal 1 contra-indicatie
- Top 5 bijwerkingen
- Noem 1 interactie
-De toedieningsvormen en normale dosering
- Aandachtspunten bij inname



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Aan de slag!!

Slide 10 - Tekstslide

Klassikaal terugkoppelen

Slide 11 - Tekstslide

lesdoelen behaald?
Je kan de meest voorkomende medicatiegroepen benoemen
Je kan benoemen waar de medicatie in een medicatiegroep verdient
Je kan per medicatiegroep een medicijnen benoemen 

HJGGV

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie van de les
Leerzaam
Niet leerzaam
Duidelijke
Onduidelijk
Anders:

Slide 13 - Poll