5.2 Van Infrarood tot ultraviolet

Hoofdstuk 5 Licht
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 Licht

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Paragraaf 2: van infrarood tot ultraviolet
5.2.1 Je kunt uitleggen hoe je de verschillende kleuren in zonlicht zichtbaar kunt maken.
5.2.2 Je kunt de kleuren in het spectrum van zonlicht in de juiste volgorde benoemen.
5.2.3 Je kunt behalve licht twee soorten straling noemen die door de zon worden uitgezonden.
5.2.4 Je kunt uitleggen op welke manier de kleuren van de voorwerpen om je heen ontstaan.
5.2.5 Je kunt drie kenmerkende effecten (uitwerkingen) van uv-straling beschrijven.
5.2.6 Je kunt drie toepassingen van uv-straling in het dagelijks leven beschrijven.
5.2.7 Je kunt drie toepassingen van ir-straling in het dagelijks leven beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

wit licht?
de zon straalt "wit" licht uit. 

Dit witte licht bevat de volgende kleuren: rood, oranje, geel, groen, blauw en violet, een soort paars.

Dit is het spectrum.
De kleuren zelf heten spectraalkleuren.

Slide 4 - Tekstslide

prisma
Je kan de kleuren van "wit" licht zichtbaar maken met een prisma.

prisma: een driehoekig stuk glas of doorzichtig kunststof.

Het prisma breekt wit licht. Elke kleur heeft zijn eigen brekingsfactor waardoor je de kleuren ziet. 

Slide 5 - Tekstslide

licht breking

Slide 6 - Tekstslide

kleur zien

Slide 7 - Tekstslide

spectroscoop: bevat een prisma 

Slide 8 - Tekstslide

zon
Naast "wit" licht straalt de zon ook andere straling uit. 

Deze straling is niet zichtbaar (kan je niet zien).

Dit is infrarood en ultraviolet.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

ultraviolet (UV)
De zon straalt UV licht uit. 
Dit is niet zichtbaar. 

UV zorgt in de zomer ervoor dat je huid verkleurt. Hij verandert de moleculen van de huid. 

Slide 12 - Tekstslide

UV bescherming
Straling die moleculen kapot kan maken, noem je ioniserende straling.

 Ultraviolette straling is zwak ioniserend: er is veel ultraviolette straling voor nodig om merkbaar schade aan te richten in je lichaam.

 Röntgenstraling is veel sterker ioniserend. Daardoor kan deze straling je gemakkelijk ziek maken als je er onvoorzichtig mee omgaat.



Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

UV toepassing
Uv-straling kan sommige stoffen sterk laten oplichten. Je zegt van deze stoffen dat ze fluoresceren.

Sommige dieren kunnen wel uv-straling waarnemen. Bijen bijvoorbeeld kunnen geen rood of oranje zien, maar wel uv-straling. Ze zien ultraviolette ‘kleuren’ die jij je niet kunt voorstellen.

Slide 15 - Tekstslide

bloemen met UV.

Slide 16 - Tekstslide

infrarood (IR)
Niet alleen de zon zend IR uit maar ook andere voorwerpen.

Hoe hoger de temperatuur van een voorwerp is, hoe meer ir-straling het voorwerp uitzendt. Deze ir-straling noem je ook wel warmtestraling.

Je hebt een speciale infraroodcamera deze laat een warmtebeeld zien een thermogram.

Slide 17 - Tekstslide