Inleiding recht - les 4

Inleiding recht
Les 4
Rechtsbronnen deel 2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Inleiding rechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Inleiding recht
Les 4
Rechtsbronnen deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Studiewijzer
Les 1     Hoofdstuk 1.1 en 1.2 (omschrijving en functie recht)
Les 2    Hoofdstuk 1.4 (rechtsgebieden) 
Les 3    Hoofdstuk 4.1 t/m 4.3 (inleiding rechtsbronnen, de wet, jurisprudentie)
Les4     Hoofdstuk 4.4 en 4.6 (internationale verdragen en gewoonterecht)
Les 5    Hoofdstuk 6.1, 6.2 en 6.5 (inleiding rechtsgebieden, privaatrecht en publiekrecht, wettenbundel hanteren)
Les 6    Hoofdstuk 6.3 en 6.4 (materieel, formeel, dwingend en regelend recht)
Les 7    Herhaling/uitloop
Les 8    Herhaling/oefenen 

ZIE IT'S LEARNING VOOR DE STUDIEWIJZER: 'Inleiding recht' klas JM1(a t/m h)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 2 rechtsbronnen hebben we gisteren behandel en wat houden deze in?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbronnen
Rechtsbronnen zijn de vindplaatsen van het recht:
  1. De wet; (vorige les)
  2. Jurisprudentie; (vorige les)
  3. Internationale verdragen; (vandaag)
  4. Europese wetgeving; (vandaag)
  5. Gewoonterecht (vandaag)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbronnen; internationale verdragen
  • Internationale verdragen zijn afspraken tussen twee of meer landen;
  • Artikel 93 Grondwet (Gw).

Bijvoorbeeld: handelsafspraken tussen landen of waar de grenzen van een land lopen, rechten van de mens (EVRM & UVRM). 

Slide 5 - Tekstslide

Zoek art. 93 Gw met de studenten op; leg uit dat door dit artikel burgers, bedrijven en overheden zich moeten houden aan regels uit internationale verdragen. Hierdoor maken internationale verdragen deel uit van het geschreven recht. 
Rechtsbronnen; Europese wetgeving
  • Nederland is lid van de Europese Unie (EU) en die is gebaseerd op het EU-verdrag;
  • De instellingen van de EU kunnen verordeningen (werkt direct in alle lidstaten) en richtlijnen (moet opgenomen worden in landelijke regelgeving) maken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbronnen; gewoonterecht
Een gewoonte of een gebruik dat recht is geworden op basis van de volgende voorwaarden:
  1. Onafgebroken en sinds lange tijd als regel gebruikt;
  2. Vaak is herhaald;
  3. In het algemeen door de samenleving als regel wordt geaccepteerd.
Bijvoorbeeld: vertrouwensbeginsel in het staatsrecht.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over rechtsbronnen?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen rechtsbron?
A
De wet
B
Jurisprudentie
C
Gewoonterecht
D
Juridische databank

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vijf rechtsbronnen zijn er?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geschreven recht
Ongeschreven recht
De wet
Jurisprudentie
Internationale verdragen
Europese Wetgeving
Gewoonterecht

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten + huiswerk
Maak alle opdrachten van hoofdstuk 4
Niet af? Huiswerk voor volgende week! 

Lezen hoofdstuk 6.1, 6.2 en 6.5

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies