Een bloedcel bevindt zich in de rechterboezem. Hij gaat naar het rechterbeen en weer terug. Benoem alle bloedvaten/onderdelen van het hart waar hij langskomt voordat hij weer terug is in de rechterboezem.
Slide 3 - Tekstslide
Opgave 8 van het huiswerk
(blz. 212)
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
1) Samentrekken boezems
2) Samentrekken kamers
3) Hartpauze
Daarom klinkt een hartslag ook als:
d-d-pauze
Slide 6 - Tekstslide
3.4 Uitscheiding
Slide 7 - Tekstslide
Nieren en Urinewegen
- Nieren liggen in de buikholte
- Nierslagaders brengen zuurstofrijk bloed met afvalstoffen van veel organen
- Nieren zuiveren het bloed
- Via nieraders verlaat het gezuiverde bloed de nieren
Slide 8 - Tekstslide
De nieren
- Een nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken
- Nierschors en niermerg: verwijderen afvalstoffen, overtollig water, overtollige zouten en schadelijke stoffen uit het bloed: de urine
- De urine wordt in de nierbekkens verzameld
Slide 9 - Tekstslide
- De urine is verzameld in de nierbekkens
- Via de urineleiders wordt de urine afgevoerd naar de urineblaas
- In de urineblaas wordt urine tijdelijk opgeslagen
- Via de urinebuis verlaat de urine je lichaam
Slide 10 - Tekstslide
3.5 Het immuunsysteem
- Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties
- Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan
- Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie
Slide 11 - Tekstslide
Bescherming tegen lichaamsvreemde stoffen
- Lichaamsvreemde stoffen zijn stoffen die niet in je lichaam thuishoren.
Barrières:
- Huid
- Slijmvliezen en trilharen
- Maagzuur
Slide 12 - Tekstslide
Antigenen
- Infectie
- Immuunsysteem
- Antigenen
Slide 13 - Tekstslide
Antistoffen
- Antistoffen zijn eiwitten die een ziekteverwekker onschadelijk maken