3 = goddelijke volmaaktheid (Vader, Zoon en Geest) 7= afgeronde periode (getal van de volheid)
Symbolen (blz. 237)
Slide 7 - Tekstslide
Lezen
Verder lezen in Beatrijs blz. 19 onderaan
Slide 8 - Tekstslide
Lezen
Verder lezen in Beatrijs blz. 19 onderaan
Opdrachten maken
Slide 9 - Tekstslide
Beide, want de ‘oprechte liefde’ is het werk van God. In het geval van Beatrijs is de liefde echter het werk van de duivel; zij heeft als non trouw gezworen aan God en wordt door haar verliefdheid op het verkeerde pad gebracht.
Nee, haar gevoelens voor de jongeling zijn zo sterk, dat ze niet anders kan dan daar gehoor aan geven – ook al weet ze dat het verkeerd is.
Blauw symboliseert adel, reinheid, vroomheid; wit symboliseert bovendien maagdelijkheid en waarheid. Daardoor wordt benadrukt dat Beatrijs puur, nobel is.
Opdracht 2
Slide 10 - Tekstslide
4 Ze is bang dat haar geliefde haar in de steek zal laten (dat hij haar niet trouw is).
5 Beatrijs zegt: ‘Moet ik hier in ’t gras gaan liggen als een vrouw die zonder eergevoel geld met haar lichaam verdient? Dan zou ik wel weinig schaamtegevoel hebben.’ Ze beschouwt buiten de liefde bedrijven als oneervol.
6 De jongeling gedraagt zich weinig hoofs. Hoofs gedrag omvatte onder meer zelfbeheersing, galante omgangsvormen en respect voor vrouwen. Zijn voorstel om buiten het liefdesspel te spelen getuigt van het tegendeel.
Opdracht 2
Slide 11 - Tekstslide
Lees fragment 3 en 4 en maak opdracht 3
Opdracht 3
Slide 12 - Tekstslide
Je moet niet op mensen vertrouwen, maar op God.
Ze heeft niet voldoende weerstand geboden aan de verleiding van de duivel. Ze heeft het klooster verlaten (en daardoor haar kloostergelofte gebroken). Ze heeft seks met mannen gehad voor geld.
Ze bidt elke dag trouw de zeven Mariagebeden.
Beatrijs kan van haar zonden worden verlost door berouw te hebben, te biechten en boete te doen.
‘Genade’ betekent dat een straf die je eigenlijk zou moeten worden opgelegd je wordt kwijtgescholden.
Opdracht 3
Slide 13 - Tekstslide
6 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: - dat Beatrijs zoveel bidt; - de jongeling die als een prins op het witte paard wordt beschreven; - het wonder dat Beatrijs’ afwezigheid door tussenkomst van Maria onopgemerkt is gebleven.
Opdracht 3
Slide 14 - Tekstslide
7 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: - Beatrijs’ verliefdheid; - dat de jongeling mooie kleren voor Beatrijs koopt; - dat Beatrijs zich prostitueert om eten voor haar kinderen te kunnen kopen;- dat de relatie stukloopt als er problemen ontstaan / het geld op is.
8 De moraal van dit verhaal is dat Maria diegenen te hulp schiet die trouw aan haar zijn / oprecht berouw hebben.