les 12 Literatuur paragraaf 6.4.2 De Beatrijs


4v, welkom bij Nederlands! 
Pak vast je lesboek op blz. 238
  • Vandaag: literatuurgeschiedenis (middeleeuwen)
  • Nieuwsquiz

Telefoon mee naar de les? Stop hem dan in de (telefoon)tas!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


4v, welkom bij Nederlands! 
Pak vast je lesboek op blz. 238
  • Vandaag: literatuurgeschiedenis (middeleeuwen)
  • Nieuwsquiz

Telefoon mee naar de les? Stop hem dan in de (telefoon)tas!

Slide 1 - Tekstslide

Literatuur 
In 4, 5 en 6 vwo lees je minimaal 12 literaire werken van Nederlandse of Vlaamse schrijvers,
waarvan minimaal drie voor 1880.




Let op: als je iets in het Engels of Duits met een hoofdletter schrijft, hoeft dat nog niet zo te zijn in het Nederlands!

Slide 2 - Tekstslide

Literatuur 
In 4, 5, 6 vwo lees je minimaal 12 literaire werken van Nederlandse of Vlaamse schrijvers,
waarvan minimaal drie voor 1880.




Let op: als je iets in het Engels of Duits met een hoofdletter schrijft, hoeft dat nog niet zo te zijn in het Nederlands!

Slide 3 - Tekstslide

Tekst lezen in blauw venster.  
§ 6.4.2 Beatrijs (ca. 1300) blz. ?

Slide 4 - Tekstslide

Tekst lezen in blauw venster.  
§ 6.4.2 Beatrijs (ca. 1300) blz. ?

Slide 5 - Tekstslide

Geestelijke literatuur
  • heiligen levens
  • exempelen > marialegende


Maria bemiddelt tussen God en mens
§ 6.4.2 Beatrijs (ca. 1300) blz. ?

Slide 6 - Tekstslide

Geestelijke literatuur
  • heiligen levens
  • exempelen > marialegende


Maria bemiddelt tussen God en mens
§ 6.4.2 Beatrijs (ca. 1300) blz. ?

Slide 7 - Tekstslide

Kleuren en getallen

blauw (adel, reinheid, vroomheid),
wit (reinheid, maagdelijkheid, waarheid)
Symbolen (blz. 237)

Slide 8 - Tekstslide

3 en 7

3 = goddelijke volmaaktheid
       (Vader, Zoon en Geest)
7= afgeronde periode (getal van de volheid)
Symbolen (blz. 237)

Slide 9 - Tekstslide

  1. Ik verdien weinig geld met gedichten schrijven; anderen raden me aan om het niet te doen.
  2. Bijvoorbeeld drie van de volgende antwoorden:
    - De k-klank wordt geschreven als een c.
    - De ij-klank wordt geschreven als i: mi (mij), minen (mijn), twivel (twijfel).
    - Sommige woorden die we nu los schrijven, worden aaneen geschreven: ict (ik het), hebbic (heb ik), teren (te eren)
    - In enkele gevallen ontbreekt een meervouds-n (liede, late).


Opdracht 1

Slide 10 - Tekstslide

  1. Beide, want de ‘oprechte liefde’ is het werk van God. In het geval van Beatrijs is de liefde echter het werk van de duivel; zij heeft als non trouw gezworen aan God en wordt door haar verliefdheid op het verkeerde pad gebracht.
  2. Nee, haar gevoelens voor de jongeling zijn zo sterk, dat ze niet anders kan dan daar gehoor aan geven – ook al weet ze dat het verkeerd is.
  3. Blauw symboliseert adel, reinheid, vroomheid; wit symboliseert bovendien maagdelijkheid en waarheid. Daardoor wordt benadrukt dat Beatrijs puur, nobel is.
Opdracht 2

Slide 11 - Tekstslide

  • 4 Ze is bang dat haar geliefde haar in de steek zal laten (dat hij haar niet trouw is).
  • 5 Beatrijs zegt: ‘Moet ik hier in ’t gras gaan liggen als een vrouw die zonder eergevoel geld met haar lichaam verdient? Dan zou ik wel weinig schaamtegevoel hebben.’ Ze beschouwt buiten de liefde bedrijven als oneervol.
  • 6 De jongeling gedraagt zich weinig hoofs. Hoofs gedrag omvatte onder meer zelfbeheersing, galante omgangsvormen en respect voor vrouwen. Zijn voorstel om buiten het liefdesspel te spelen getuigt van het tegendeel.

Opdracht 2

Slide 12 - Tekstslide

Lees fragment 3 en 4 en maak opdracht 3
Opdracht 3 

Slide 13 - Tekstslide

  1. Je moet niet op mensen vertrouwen, maar op God.
  2. Ze heeft niet voldoende weerstand geboden aan de verleiding van de duivel. Ze heeft het klooster verlaten (en daardoor haar kloostergelofte gebroken). Ze heeft seks met mannen gehad voor geld.
  3. Ze bidt elke dag trouw de zeven Mariagebeden.
  4. Beatrijs kan van haar zonden worden verlost door berouw te hebben, te biechten en boete te doen.
  5. ‘Genade’ betekent dat een straf die je eigenlijk zou moeten worden opgelegd je wordt kwijtgescholden.
Opdracht 3 

Slide 14 - Tekstslide


  • 6 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
    - dat Beatrijs zoveel bidt;
    - de jongeling die als een prins op het witte paard wordt beschreven;
    - het wonder dat Beatrijs’ afwezigheid door tussenkomst van Maria onopgemerkt is gebleven.

Opdracht 3 

Slide 15 - Tekstslide




  • 7 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
    - Beatrijs’ verliefdheid;
    - dat de jongeling mooie kleren voor Beatrijs koopt;
    - dat Beatrijs zich prostitueert om eten voor haar kinderen te kunnen kopen;- dat de relatie stukloopt als er problemen ontstaan / het geld op is.
  • 8 De moraal van dit verhaal is dat Maria diegenen te hulp schiet die trouw aan haar zijn / oprecht berouw hebben.

Opdracht 3 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link