1.Welke functies zijn er binnen dit werkveld? Noem de functies en beschrijf wat deze inhouden.
2.Welke (drie) belangrijke protocollen worden gebruikt in dit werkveld/de instelling?
Beschrijf waarvoor deze protocollen dienen.
Verdiep je in één protocol en beschrijf in ongeveer 20 zinnen waarvoor dit protocol dient en wanneer dit protocol in werking wordt gezet en wat er dan gebeurt.
3.Voor MZ: Welke methodieken worden gebruikt bij de instelling? Voor PW: Welke (les)methoden worden er gebruikt ? Beschrijf kort wat deze methodieken/ (les)methoden inhouden.
4.Voor welke dilemma’s komen medewerkers uit dit werkveld te staan? Beschrijf er drie.
5.Bestudeer met de professional de door jou gemaakte poster over beroepshouding en vraag om feedback.