Les 4 Werkveldoriëntatie - ondersteuningsvormen

• Maatschappelijke zorg
• MBO
• Studiejaar 1

Les 4

Werkveldoriëntatie

Ondersteuningsvormen

Terugblik

Welke bekendste organisatievormen ken je nog?

Welke organisatievormen ken je nog?

Terugblik

Gehandicaptenzorg

Geestelijke gezondsheidszorg

Jeugdzorg

Ouderenzorg

Verslavingszorg

Maatschappelijke opvang

Ziekenhuis én verzorging, verpleging en thuiszorg (VVT)

Justitiële inrichtingen

Asielzoekerscentrum
 

Lesdoelen 

• Je legt de begrippen ambulant, intramuraal, semimuraal,  transmuraal en residentiëel uit.
• Je legt uit welke werkvelden er zijn binnen de maatschappelijke zorg. 
• Je legt uit welke doelgroepen er zijn binnen de maatschappelijke zorg. 
• Je benoemt op basis van voor- en tegenargumenten je voorkeur voor een werkveld. 
• Je verantwoordt hoe je controleert of je iemand anders begrijpt.

"Beroepskrachten maatschappelijke zorg zijn ambulant (extramuraal) en/of intramuraal en/of semimuraal werkzaam in instellingen voor wonen, dagbesteding en vrije tijd."   (KD Maatschappelijke zorg 2022)

OPDRACHT

Zoek op wat de onderstaande vormen van zorg betekenen. Beschrijf dit in eigen woorden en zoek er foto's bij. 

Ambulante zorg

Intramurale zorg

Residentiële zorg

Semimurale zorg

Transmurale zorg

Maak vooraf even een padlet aan.

Intramurale zorg

Semimurale zorg

Dagopvang / dagbehandeling 

Gaan weer naar huis 

Extramurale zorg

Transmurale zorg

Interview (deels huiswerk)

• Kies samen met een medestudent 2 werkvelden uit. 
• Voer een interview met iemand die in het ene werkveld werkzaam is en een interview met iemand die in het andere werkveld werkzaam is. 
• Stel samen een lijst op met vragen voor het interview.
• Ga met elkaar in gesprek over het interview (les 6).
• Bespreek met een ander tweetal (les 6).

Interview

Wat ga je nu doen:

• Stel samen een lijst op met vragen voor het interview. 
• Denk hierbij aan het soort vragen dat je stelt. 
• Items die in je interview aan bod komen moeten komen zijn: Opvangvorm, kenmerken van de doelgroep, taken van een begeleider. 
• Vraag ook naar de voordelen en de nadelen van het werk dat de geïnterviewde doet.  
• Neem het interview vóór les 6 af!

Interview

Tijdens les 6:

Ga in gesprek met elkaar over het afgenomen interview. 

Bespreek:

Wat zijn overeenkomsten? 

Wat zijn verschillen? 

Wat spreekt je het meest aan en waarom? 

Hoe heb jij in het interview gecontroleerd of je de persoon begreep?

Vragen?