les verbes en IR

Regelmatige werkwoorden op -ir
Les verbes réguliers en-ir
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Regelmatige werkwoorden op -ir
Les verbes réguliers en-ir

Slide 1 - Tekstslide

Le verbe finir
je finis
tu finis
il/elle/on finit
nous finissons
vous finissez
ils/elles finissent

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de uitgangen van werkwoorden die eindigen op -ir:
A
-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent
B
-is, -is, -it, -issons, -issez, -issent
C
-e, -es, -e, -ons, -ez, -ont
D
-s, -s, -t, -ssons, -ssez, -ssont

Slide 3 - Quizvraag

Met welk werkwoord worden de regelmatige werkwoorden op-ir in de passé composé vervoegd?
A
avoir
B
être

Slide 4 - Quizvraag

Waar hoort deze vervoeging: 'je finis'
A
werkwoord op -er
B
werkwoord op -ir
C
D

Slide 5 - Quizvraag

Complète la phrase avec le mot qui convient:
j'ai ......mon repas.
A
finit
B
finis
C
finissent
D
finissons

Slide 6 - Quizvraag

Nous ........ la bouteille.
A
remplit
B
remplis
C
remplissons
D
remplissez

Slide 7 - Quizvraag

Les filles ......les fleurs.
A
choisissent
B
choisissons
C
choisit
D
choisis

Slide 8 - Quizvraag

Tu ......à la campagne.
A
ai grandi
B
avez grandi
C
ont grandi
D
as grandi

Slide 9 - Quizvraag

Le garçon....... .
A
a réussi
B
as réussi
C
ont réussi
D
avons réussi

Slide 10 - Quizvraag

Vous......
A
réfléchis
B
réfléchissez
C
réfléchit
D
réfléchissons

Slide 11 - Quizvraag