Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
NN1 Blok 4 les 17 ww-spelling VD
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ik zit klaar voor de les:
Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
Mijn telefoon zit in de telefoontas
Mijn oortjes zitten in mijn tas.
Mijn jas hangt aan de kapstok.
Ik heb geen pet of capuchon op.
Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.
Slide 2 - Tekstslide
Pak je laptop en:
Ga naar Lesson Up en log in
Leg je schrift op tafel
start ook SOM op
Slide 3 - Tekstslide
NN1 blok 4 les 17
ww-spelling VD
Slide 4 - Tekstslide
Deze les:
Terugblik: ww-spelling VT
nakijken en bespreken huiswerk
Herhalen instructie ww-spelling VD
Oefenen met het werkblad
Evalueren hoe de les ging
Slide 5 - Tekstslide
Terugblik:
De vorige les ging over werkwoordspelling verleden tijd (VT)
Slide 6 - Tekstslide
Toen Max en Jack aan het stoeien waren, .... (breken) zij de vaas van oma.
Slide 7 - Open vraag
Jelle .... (wenden) gisteren zijn vrachtwagen achteruit de straat in
Slide 8 - Open vraag
Gisteren was ik zo moe,
ik .... (gapen) de hele avond.
Slide 9 - Open vraag
Karim .... (snijden) afgelopen dinsdag in zijn vinger.
Slide 10 - Open vraag
Vorige maand .... (landen) zeven
vliegtuigen op Schiphol
Slide 11 - Open vraag
Huiswerk:
Nakijken werkblad
ww-spelling VT
Slide 12 - Tekstslide
Lesdoel:
Aan het eind van de les weet je weer hoe je het voltooid deelwoord van een werkwoord bepaald
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Stappenplan werkwoordspelling VD
1. Een voltooid deelwoord staat altijd met het werkwoord
hebben, zijn
of
worden
in een zin
2. Een voltooid deelwoord begint met
ge, be
of
ver
3. Een voltooid deelwoord eindigt op
t,
d
of
en
4. Wat is de laatste letter van de
stam
van het werkwoord?
(
stam = hele werkwoord - en
)
5. Eindigt de
STAM
op één van deze letters: '
T SeXy FoKSCHaaP
Dan eindigt het voltooid deelwoord op een
t
5. Eindigt de
STAM
op een andere letter?
Dan eindigt het voltooid deelwoord op een
d
Slide 15 - Tekstslide
Vul het voltooid deelwoord in:
De hond heeft (blaffen) naar de buren.
Slide 16 - Open vraag
Vul het voltooid deelwoord in:
Zij heeft een mooie tekening (maken).
Slide 17 - Open vraag
Vul het voltooid deelwoord in:
Hij heeft met zijn vrienden (voetballen).
Slide 18 - Open vraag
Vul het voltooid deelwoord in:
Wij hebben (praten) met de leraar.
Slide 19 - Open vraag
Vul het voltooid deelwoord in:
Jullie hebben (helpen) met de verhuizing.
Slide 20 - Open vraag
Vul het voltooid deelwoord in:
De taart is (bakken) door mijn moeder.
Slide 21 - Open vraag
Aan de slag
met de opdracht!
Het werkblad staat in SOM,
je schrijft de antwoorden op
in je schrift
timer
1:00
Slide 22 - Tekstslide
Huiswerk:
Maak het werkblad ww-spelling VD af
Slide 23 - Tekstslide
Wat was het lesdoel?
Een voltooid deelwoord staat altijd samen met een ander werkwoord in een zin. Welke 3 werkwoorden kunnen dat zijn?
Waar begint een voltooid deelwoord altijd mee? (3 opties)
Hoe weet je of een voltooid deelwoord eindigt op een t of een een d?
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Huiswerk nakijken
Zijn er nog vragen over het huiswerk?
Leg je huiswerk nu klaar op tafel!
Slide 26 - Tekstslide
Leeshuiswerk nakijken
Je hebt hoofdstuk 13 gelezen.
Even kort de 5W + H vragen...
+
de woordenschat woorden
Slide 27 - Tekstslide
Lesdoel:
Ik kan/weet:
uitleggen welke gevoelens het lezen van een verhaal mij geven
mijn gevoelens verwoorden en uitleggen in een kort verhaaltje
Slide 28 - Tekstslide
Leeshuiswerk
Je hebt hoofdstuk 12 gelezen.
Welk gevoelens geeft dit hoofdstuk jou? Kies twee verschillende gevoelens uit onderstaand lijstje.
Leg met 2 argumenten uit waarom dit hoofdstuk jou deze gevoelens geeft.
Geef bij elk argument ook een voorbeeld dat je uit het hoofdstuk haalt.
Lijstje: Blij, opgelucht, tevreden, enthousiast. Verdriet, medelijden, bedroefd, depressief, ongelukkig. Angstig, ongerust, bezorgd, nerveus. Boos, geïrriteerd, verontwaardigd, woedend. Verbaasd, verrast, gechoqueerd. Afschuw.
Minimaal half A4tje
Slide 29 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
NN1 Blok 4 les 15 ww-spelling VT-I
Juni 2023
- Les met
31 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
NN1 Blok 4 les 16 ww-spelling VT-II
Juni 2023
- Les met
31 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Les1
Maart 2023
- Les met
12 slides
Engels
Secundair onderwijs
NN1 Blok 4 les 14 ww-spelling TT (herhalen)
Juni 2023
- Les met
33 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
spelling voltooid deelwoord
Maart 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling - Les 1 - werkwoordspelling
Maart 2021
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
1C - P2 - Week 2 - les 2 - Voltooid en onvoltooid deelwoord
November 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2 kgt 4.8 Spelling les 1
Mei 2022
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2