1. verplaatstingstechniek/ haptonomie

Verplaatsingstechnieken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verplaatsingstechnieken

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaan we het over hebben?

  • Haptonomisch werken                                                                                 (Haptonomie= leer van het voelen, tasten en aanraken)
  • loopbegeleiding
  • ergonomisch werken
  • mobiliteitsklassen
  • ondersteuning vanuit lig of zit uit de stoel of bed
Tekst

Slide 2 - Tekstslide

Haptonomisch werken



Tip;
  • Wees je bewust van het effect van je aanraking.
  • Wacht op de cliënt.
  • Probeer altijd zelf de beweging te maken, die je van de cliënt verwacht.
  • Stop de beweging wanneer de cliënt niet mee beweegt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Transfertechnieken
Het verplaatsen van een zorgvrager wordt in de zorg ook wel transfer genoemd. 
Een transfer kan met of zonder transfers hulpmiddelen

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijk



zorg dat de transfer veilig is
de zorgvrager vertellen wat je gaat doen
let op je eigen houding


Slide 6 - Tekstslide

Ergonomisch werken

Ergonomisch werken wil zeggen dat je zorgt dat je geen lichamelijke en geestelijke klachten oploopt door je werk.
  • Lichaamshouding
  • Hulpmiddelen --> tillift, glijzijl, draaischijf 
  • Materialen in hoogte verstelbaar --> bureaustoel, bed

Slide 7 - Tekstslide

Tillen
Om klachten te voorkomen zijn er richtlijnen en normen opgesteld;

  • Als je met twee handen kan werken, mag je per hand maximaal 15 kilo duwen of trekken.
  • Niet meer dan 15 kilo in een gunstige houding en niet meer dan 5 kilo in ene ongunstige houding.
  • Om je rug niet te veel te belasten mag je maximaal 23 kilo tillen.

Slide 8 - Tekstslide

Mobiliteitsklassen

Slide 9 - Tekstslide

Mobiliteitsklasse A,B en C
A = vrijwel zelfstandig in mobiliteit
B= Vrij zelfstandig maar hulp bij transfers en ADL; geven van aanwijzingen of richting bij opstaan. Kleine hulpmiddelen als papegaai of draaischijf

C= Kunnen niet zelfstandig opstaan, meestal rolstoel gebonden, enige rompbalans, steunen op 1 been

Slide 10 - Tekstslide

Mobiliteitsklasse D en E
D= vrij passief in mobiliteit, onvoldoende rompbalans, geen steun op 1 of beide benen. 


E= vrijwel volledig passief, bijna volledig bedlegerig, neiging tot stijfheid en contracturen

Slide 11 - Tekstslide

Hulp bij mobiliteitsproblemen

Slide 12 - Tekstslide

Veilig opstaan uit de stoel

Slide 13 - Tekstslide

verplaatsen zonder hulpmiddelen

'zelfstandig met mondelinge ondersteuning.
met (kleine) lichamelijke ondersteuning

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Verplaatsen met hulpmiddelen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Vragen?
VRAGEN?

Slide 25 - Tekstslide