HNE Duits H3 wk2_les3: OTD

Herzlich Willkommen im Deutschunterricht!
Heute braucht ihr:
- Buch
- Heft
- Kugelschreiber
Montag 5. September 2022
Nachsommer - Woche 36

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen im Deutschunterricht!
Heute braucht ihr:
- Buch
- Heft
- Kugelschreiber
Montag 5. September 2022
Nachsommer - Woche 36

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1) Wir reden ein bisschen über unsere Wochenende
2) Wir machen Übung 10 zusammen
3) Ihr macht Übung 12:
    unterstreiche die komplizierte Wörter und benutze ein
    Wörterbuch
4) wiederholen "haben/sein + schwache Verben"

Slide 2 - Tekstslide

Am Samstag habe ich ...
Am Sonntag habe ich ...
lernen / lesen
ausschlafen
schwimmen
netflixen
essen
Freunden treffen
Feier haben
Games spielen
Sport trieben
langweilen
usw.
morgens / mittags /abends
den ganzen Tag / und 

Slide 3 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1) Wir reden ein bisschen über unsere Wochenende
2) Wir machen Übung 10 zusammen
3) Ihr macht Übung 12:
    unterstreiche die komplizierte Wörter und benutze ein
    Wörterbuch
4) wiederholen "haben/sein + schwache Verben"

Slide 4 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1) Wir reden ein bisschen über unsere Wochenende
2) Wir machen Übung 10 zusammen
3) Ihr macht Übung 12:
    unterstreiche die komplizierte Wörter und benutze ein
    Wörterbuch
4) wiederholen "haben/sein + schwache Verben"

Slide 5 - Tekstslide


ich 
du
er / sie / es

wir
ihr
sie / Sie
STAM
spiel -
spiel - 
spiel - 

spiel - 
spiel - 
spiel - 
STAP 1: Maak de stam van het ww "minus -en"
STAP 2: kijk naar het persoonlijk voornaamwoord
STAP 3: plak de juiste uitgang erachter
uitgang
e
st 

en 
en 
STAM
heiß -
heiß - 
heiß -

heiß -
heiß -
heiß -
uitgang
e
  s  

en 
en 
STAM
red -
red - 
red -

red -
red -
red -
uitgang
e
est
e

en 
e
en 
SPIELEN             HEIßEN               REDEN

Slide 6 - Tekstslide

SEIN = sterk ww 
ik ben - 
jij bent - 
hij / zij / het is -

wij zijn - 
jullie zijn - 
zij zijn / u bent - 

Slide 7 - Tekstslide

HABEN = sterk ww 
ik heb - 
jij hebt -
hij / zij / het heeft - 

wij hebben - 
jullie hebben -
zij hebben / u heeft - 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de juiste vervoeging:
sein
Ihr ... müde.
A
sind
B
bist
C
seid
D
sein

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging:
sein
Du ... so sportiv
A
bin
B
ist
C
bist
D
sind

Slide 10 - Quizvraag

Ik ben vrolijk. (froh)
(incl hoofdletters en interpunctie.)

Slide 11 - Open vraag

Wat is de juiste vervoeging:
haben
Ihr ... viele Konzentration
A
hat
B
haben
C
habt
D
hast

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging:
haben
Du ... richtig viele Energie
A
habe
B
hast
C
hat
D
habt

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal:
Hij heeft een boek.
(incl. hoofdletters en interpunctie)

Slide 14 - Open vraag

Wat is de juiste vervoeging:
wohnen
Die Katze ist lieb. Sie ... seit Januar bei uns.
A
wohnen
B
wohnt
C
wohne
D
wohnst

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging:
antworten
Warum ... du immer so unfreundlich?
A
antwortst
B
antwort
C
antworten
D
antwortest

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal:
Jij heet Angela.
(incl hoofdletters en interpunctie)

Slide 17 - Open vraag

Hausaufgaben für Montag 12-9
Donnerstag = Studiedag
Machen: Kapitel 1: Lesen: Übung 13, 14 + 15
Lernen: Haben + Sein in tegenwoordeige tijd (dus herhalen eigenlijk  / Wörter Kapitel 1 bis "Im Winter"



Slide 18 - Tekstslide

                                 TSCHÜSS

Slide 19 - Tekstslide