2 HAVO: Thema 1 LO 3: Vitale capaciteit

Vitale capaciteit

Theorie rekenschriftelijk (15 okt)
Papier/schrift, boek & Ipad nodig
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Vitale capaciteit

Theorie rekenschriftelijk (15 okt)
Papier/schrift, boek & Ipad nodig

Slide 1 - Tekstslide

compliment
denk aan practica
hw controle
Programma
-Toetstermen 
-Wat weet je nog?
-Oefenen
-Test
-Tips & samenvatting toets
-afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetstermen
  • Je kunt het ademvolume, longvolume, restvolume en vitale capaciteit van een organisme aflezen uit een grafiek.
  • Je kunt de ademfrequentie van een organisme berekenen m.b.v. een grafiek.
  • Je kunt berekenen hoeveel L lucht er door de longen van een organisme gaat m.b.v. een grafiek.
  • Je kunt de samenstelling van lucht koppelen aan een berekening  m.b.v. percentages en een grafiek.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat geven de pijlen aan?
Vitale capaciteit
ademvolume
longvolume
restvolume

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Wat is het ademvolume?

Wat is het restvolume?

Wat is de vitale capaciteit?

Wat is het longvolume?

Ademvolume = de lucht die je per ademhaling in- en uitademt
3,5L -3L = 0,5 L
Restvolume = de lucht (in L) die na een diepe uitademing achterblijft in de longen
Aflezen waar het diepste dal (diepste uitademing) eindigd tot onderaan de grafiek = 1,5L 
Longvolume = totale long inhoud (hoeveel L past er in totaal in de longen)
Vitale capaciteit + restvolume
4 + 1,5 = 5,5L
Vitale capaciteit = De hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- en uitgeademt
Berekening: aflezen van hoogste piek tot laagste dal
5,5L - 1,5L = 4L 
timer
3:00
Dode ruimte?
Dode ruimte = lucht die niet verder komt dan je neus- en keelhote, luchtpijp en bronchiën. Deze lucht doet niet mee met de gaswisseling in de longblaasjes

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je?

Jij maakt de toets
Welke vragen kun je bedenken?
ademvolume: 4-3 = 1L
restvolume: 1L
vitale capaciteit: 8L
longvolume: 8 + 1 = 9L

fictief persoon X

Slide 6 - Tekstslide

Wat zie je bij 1 en 2?
Opdracht
ademfrequentie = aantal keer dat je per minuut ademhaalt

Bereken de ademfrequentie in rust van persoon X
In rust 
4x per 4 sec. = 1x per sec.
1 x 60 = 60x per minuut 
OF
8x per 8 sec. = 1x per sec.
1x 60 = 60x per minuut

Schijf ALTIJD je berekening op!
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Hoeveel L lucht gaat er door de longen van  persoon  X als hij een uur lang rustig op de bank zit? 

In rust 
ademfrequentie in rust was 60x per minuut.
60 x 60 = 3600x per uur
1 keer ademen = 1L lucht
3600 x 1L = 3600L lucht per uur bankzitten

Schijf ALTIJD je berekening op!
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Longvolume
Restvolume
Vitale capaciteit
Ademvolume
Ademfrequentie
De hoeveelheid lucht die per ademhaling wordt in- en uitgeademd
De hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- en uitgeademd
Lucht wat overblijft na een diepe uitademhaling
De totale hoeveelheid lucht die in de longen past
Het aantal keer ademhalen per minuut

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

TIPS voor de toets
  • Schrijf altijd je berekening op als je iets moet uitrekenen (anders is het altijd fout)
  • Schijf altijd eenheden op (in ieder geval bij je eindantwoord)
  • Er worden verzonnen waardes gebruikt (het zou dus kunnen kloppen dat je op 70x ademhalen in rust uitkomt.)
  • Oefen met berekeningen & leer de termen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting

-longvolume = totaal aantal L lucht dat in je longen past
-ademvolume = de hoeveelheid lucht die je per ademhaling in- en uitademt
-dode ruimte = wat achterblijft in je keel- of neusholte, luchtpijp en bronchiën
-vitale capaciteit = hoeveelheid lucht die per ademhaling maximaal kan worden in- of uitgeademd
-restvolume = lucht die achterblijft na diepe uitademing
longvolume = vitale capaciteit + restvolume

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd over?
& voor de volgende les 
(8 okt)
  • Maak de opdrachten van leren onderzoeken 3
  • inloggen in de online methode!
Klaar? ga verder met de opdr bij de BS

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies