Lezen blok 1

Lezen blok 1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Lezen blok 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen? 
  • korte kennismaking
  • regels en afspraken 
  • planning Nederlands
  • leertaken bespreken
  • voorkennis ophalen 
  • uitleg theorie 
  • aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Regels en afspraken 
Je bent op tijd in de les!
Telefoon thuis of in de kluis!
Opgeladen Chromebook
1e keer waarschuwing
2e keer strafwerk
3e keer nablijven
Als ik aan het woord ben, zijn jullie stil!

Slide 4 - Tekstslide

Planning 

Slide 5 - Tekstslide

Aan het einde van de les....
  • weet je wat een actieve leeshouding is;
  • herken je tekstdoelen en tekstsoorten;
  • kun je aangeven hoe een tekst is ingedeeld en wat het onderwerp is.


Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je al over tekstdoelen en tekstsoorten?

Slide 7 - Woordweb

Tekstdoelen en tekstsoorten
Als je een tekst leest, is het handig om te weten wat het doel van de tekst is en wat voor soort tekst je voor je hebt. Dit helpt je om de tekst beter te begrijpen.

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijkste tekstdoelen:
informeren
Wat betekent dit? De schrijver wil jou iets nieuws vertellen of informatie geven.
Voorbeelden: nieuwsbericht, artikel in de krant, folder, tekst uit een schoolboek.

Uitleggen
Wat betekent dit? De schrijver wil jou uitleg geven over hoe iets werkt of hoe je iets moet doen.

Slide 9 - Tekstslide

Belangrijkste tekstdoelen(2):
Mening geven
Wat betekent dit? De schrijver wil jou verschillende meningen laten zien, zodat jij jouw eigen mening kunt vormen.
Voorbeelden: artikel in een tijdschrift, recensie.

Overtuigen
Wat betekent dit? De schrijver wil jou overhalen om zijn of haar mening te accepteren of je ergens voor waarschuwen.
Voorbeelden: recensie, ingezonden brief, blog.

Slide 10 - Tekstslide

Belangrijkste tekstdoelen (3)
Amuseren
Wat betekent dit? De schrijver wil jou vermaken of gevoelens bij jou oproepen.
Voorbeelden: verhaal, gedicht, column.

Activeren
Wat betekent dit? De schrijver wil jou overhalen om iets te doen.
Voorbeelden: advertentie, poster, flyer.



Slide 11 - Tekstslide

Bij welk tekstdoel hoort een 'schoolboektekst'?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Mening geven

Slide 12 - Quizvraag

Bij welk tekstdoel hoort een 'advertentie'?
A
Overtuigen
B
Activeren
C
Informeren
D
Uitleggen

Slide 13 - Quizvraag

Leesmanieren 
De manier waarop je een tekst leest, hangt af van wat je wilt bereiken. Hier zijn drie leesmanieren: 
  • verkennend lezen --> Je bekijkt wat voor soort tekst het is, voorspelt het onderwerp en bepaalt waarom je de tekst leest.
  • grondig lezen --> Je hebt een actieve leeshouding: je stelt vragen, denkt aan wat je al weet, ziet voor je wat je leest en lost dingen op die je niet begrijpt.
  • zoekend lezen --> Je leest niet de hele tekst, maar zoekt gericht naar de informatie die je nodig hebt.

Slide 14 - Tekstslide

Van welke leesmanier maak je gebruik als je de tekst helemaal moet lezen
A
Oriënterend lezen
B
Zoekend lezen
C
Grondig lezen

Slide 15 - Quizvraag

Tekstopbouw 
De meeste teksten zijn verdeeld in een inleiding, middenstuk en slot
Inleiding --> Hierin introduceert de schrijver het onderwerp van de tekst. 
Middenstuk --> Dit is het grootste deel van de tekst. Hierin beschrijft de schrijver verschillende deelonderwerpen. 
Slot --> In het slot vat de schrijver alles samen of geeft een conclusie.  

Slide 16 - Tekstslide

Wat kan helpen om snel de inhoud van een alinea te begrijpen?
A
Inleidingen
B
Tussenkopjes
C
Slot
D
Conclusie

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van het middenstuk van een tekst?
A
Het onderwerp introduceren
B
Een conclusie geven
C
Alles samenvatten
D
Elk deelonderwerp krijgt meestal zijn eigen alinea

Slide 18 - Quizvraag

Welk doel heeft de inleiding van een tekst?
A
Verschillende deelonderwerpen bespreken
B
Een conclusie geven
C
Een samenvatting geven
D
Het onderwerp van de tekst introduceren

Slide 19 - Quizvraag

Vragen/opmerkingen over de les

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag! 
  • Opdracht 1.1 gaan jullie samen doen. 
  • Jullie gaan zelfstandig lezen van blok 1 maken. 

Slide 21 - Tekstslide