Hoofdstuk 1 - Planten (herhaling)

Thema 1 
Planten

VMBO-TL 4
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 1 
Planten

VMBO-TL 4

Slide 1 - Tekstslide

Thema 1 - Planten
1.1 - Bladeren
1.2 - Wortels en stengels
1.3 - Fotosynthese en verbranding
1.4 - Glucose als grondstof
1.5 - Voortplanting
1.6 - Bestuiving, bevruchting en verspreiding
1.7 - Ontkieming, groei en ontwikkeling

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
Je kennis van hoofdstuk 1 wordt opgefrist
Je oefent zelfstandig op de lesstof van hoofdstuk 1

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
We bladeren eerst even door het boek (ook op het bord)

Opfrissen met LessonUpvragen (23 vragen)

Daarna zelfstandig oefenen:
- Diagnostische toets (blz 50)
- Klaar? Nakijken bij docent.

Slide 4 - Tekstslide

Een boer wil dat het genotype (DNA) van zijn aardappels niet verandert. Welk type voortplanting is hiervoor geschikt?
A
Geslachtelijk
B
Ongeslachtelijk

Slide 5 - Quizvraag

In welk orgaan van de plant vindt fotosynthese plaats?
A
De stengel
B
De wortels
C
De bladeren
D
De bloemen

Slide 6 - Quizvraag

Bij mitose...
A
Blijft het aantal chromosomen gelijk.
B
Wordt het aantal chromosomen gehalveerd.

Slide 7 - Quizvraag

De afbeelding geeft een deel van de opperhuid van een blad weer met een huidmondje.
Hoe noem je de cel die is aangegeven met de letter Q?
A
Huidmondje
B
Opperhuidcel
C
Sluitcel

Slide 8 - Quizvraag

Huidmondjes sluiten wanneer...
A
De sluitcellen vol zitten met vocht
B
De sluitcellen te weinig vocht hebben

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van de wortel?
A
Water verdampen
B
Water opnemen
C
Water gebruiken voor voedingsstoffen

Slide 10 - Quizvraag

Vervoeren houtvaten water omhoog of omlaag?
A
Omhoog
B
Omlaag

Slide 11 - Quizvraag

Energierijke stoffen zoals eiwit en glucose noemen we...
A
Organische stoffen
B
Anorganische stoffen
C
Zowel organische als anorganische stoffen

Slide 12 - Quizvraag

Water is een voorbeeld van een...
A
Organische stof
B
Anorganische stof

Slide 13 - Quizvraag

Voor fotosynthese heeft de plant alleen maar anorganische stoffen nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Fotosynthese vindt alleen overdag plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Verbranding vindt alleen 's nachts plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Planten kunnen glucose omzetten in andere bruikbare stoffen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Glucose kan worden omgezet in...
A
Eiwitten
B
Andere koolhydraten
C
Vet
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 18 - Quizvraag

Een aardappel die uitgroeit tot een plant is een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Welk soort planten heeft fel gekleurde kroonbladeren?
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 20 - Quizvraag

Is onderstaande uitspraak juist of onjuist?
Bevruchting vindt plaats in de stijl van een plant

A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Na de bevruchting verandert het zaadbeginsel van een bloem. Wat ontstaat er uit een zaadbeginsel?
A
Een kiem
B
Een vrucht
C
Een zaad

Slide 22 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van een windbloem. Zal deze bloem
nectar bevatten?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Welk deel van de plant is bedoeld om stuifmeelkorrels te verspreiden?
A
Kelkbladeren
B
Stamper
C
Nectarkliertjes
D
Meeldraden

Slide 24 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van een...
A
Insectenbloem
B
Windbloem
C
Dat kan je niet aan de afbeelding zien

Slide 25 - Quizvraag

Wat groeit als eerste uit het zaadje?
A
Blaadjes
B
Stengeltje
C
Zaadlobben
D
Worteltje

Slide 26 - Quizvraag

De zaadlobben zijn belangrijk in een zaadje omdat:
A
De zaadlobben reservevoedsel bevatten
B
De zaadlobben het kiemplantje beschermen
C
De zaadlobben veel water bevatten
D
De zaadlobben water in het zaadje toelaten

Slide 27 - Quizvraag

Plant X ontkiemt in maart, maakt wortels, stengels en bladeren. In de winter vallen zijn bladeren af. In het voorjaar daarna maakt hij nieuwe bladeren, vruchten en zaden. Daarna sterft hij.
Plant X is een....
A
eenjarige
B
tweejarige
C
meerjarige
D
cactus

Slide 28 - Quizvraag

En nu leren!
Maak de Diagnostische toets en de eindexamentrainer van thema 1 planten. 

Slide 29 - Tekstslide