In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Voorlezen op de basisschool
Slide 1 - Tekstslide
Welk boek ken je nog van de basisschool?
Slide 2 - Woordweb
Wat maakt voorlezen aantrekkelijk?
Bedenk in tweetallen 4 tips waarvan jullie vinden dat ze belangrijk zijn bij voorlezen. Schrijf deze op.
Wat maakt voorlezen aantrekkelijk? Bespreek dit klassikaal.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is interactief voorlezen?
Voor elke leeftijd en ontwikkelingsfase!
Doel van interactief voorlezen is:
vergroten van taalvaardigheid (woordenschat, leesvaardigheid, verhaalstructuur, zinsbouw)
vergroten van leesplezier
Slide 4 - Tekstslide
Interactief voorlezen
Slide 5 - Tekstslide
Interactief voorlezen
"Interactief voorlezen stimuleert het begrijpend luisteren. Het is een werkwijze waarbij een (kinder)boek herhaald wordt voorgelezen, onderbroken door vragen. Je stimuleert door interactie met de kinderen het verhaalbegrip, maar ook de taalvaardigheid en de woordenschat"
Slide 6 - Tekstslide
Vragen bij video
Je gaat zo een video bekijken waarin wordt uitgelegd hoe je interactief kunt voorlezen.
Schrijf de tips die de vrouw geeft tijdens de video op op een blaadje.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Tips
Welke tips heb je opgeschreven?
Bespreek ze met de rest van de klas!
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Welke tips past deze juf toe tijdens het voorlezen?
Slide 11 - Open vraag
Wat zag je aan de reacties van de kinderen?
Slide 12 - Open vraag
Wat is volgens jou het grote verschil tussen 'gewoon' voorlezen en interactief voorlezen?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht
Ga naar de boeken in onze hal/gang en zoek 1 boek uit, waarvan je denkt dat die past bij een kleuter. Een kleuter is 4-6 jaar
Slide 15 - Tekstslide
Je hebt een boek uitgekozen. En nu?
1. Waarom heb je voor dit boek gekozen?
2. Waarom denk je dat het boek geschikt is voor een kleuter?
3. Lees de achterkant van het boek.
4. Wat is het onderwerp van het boek? Vertel kort waar het boek over gaat.
5. Bereid je voor. Lees een klein stukje voor uit je boek. Denk na over hoe je dit interactief kan doen.