Kapitel 5: Zukunft

Kapitel 5: Zukunft
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 5: Zukunft

Slide 1 - Tekstslide

Onderdeel A
die Studie
die Tätigkeiten
sich kümmern um
Jura
Medizin
der Bereich
sich beschäftigen mit
die Gesellschaft
de werkzaamheden
de maatschappij
rechten
geneeskunde
het onderzoek
zich bezighouden met
zorgen voor
het gebied

Slide 2 - Sleepvraag

Onderdeel C
sich bewerben
gleich
der Lebenslauf
jedenfalls
irgendetwas
erleichtert
das Abitur
vorschlagen
opgelucht
het cv
eindexamen vwo
solliciteren
iets
voorstellen
in ieder geval
meteen

Slide 3 - Sleepvraag

onderdeel D
bald
das Gerät
sogar
sich anstrengen
immer noch
die Strecke
die Ausnahme
het traject/de route
zelfs
spoedig, binnenkort
nog steeds
het apparaat
zich inspannen
de uitzondering

Slide 4 - Sleepvraag

Onderdeel H
die Oberstufe
klar
ein Zwischenjahr einlegen
scheinen
trotzdem
der Tag der offenen Tür
lijken
toch
de open dag
de bovenbouw
duidelijk
een tussenjaar nemen

Slide 5 - Sleepvraag

de baan
A
der Bahn
B
die Baan
C
der Job
D
die Job

Slide 6 - Quizvraag

het nadeel
A
der Nadel
B
das Nachteil
C
der Nachteil
D
die Nadel

Slide 7 - Quizvraag

de stage
A
das Praktikum
B
der Praktikum
C
die Stage
D
der Stage

Slide 8 - Quizvraag

kiezen
A
kiezen
B
wahlen
C
choose
D
wählen

Slide 9 - Quizvraag

waarschijnlijk
A
warscheinlich
B
wahrscheinlich
C
waarscheinleik
D
wahrschijnlich

Slide 10 - Quizvraag

zelfstandig
A
selbständig
B
selbstständig
C
zelfstandich
D
selfstandich

Slide 11 - Quizvraag

Bij welke persoonlijke voornaamwoorden heb je een a→ä wissel ?

Slide 12 - Open vraag

fangen: Er ___ einen Fisch.
A
fanget
B
fangt
C
fangen
D
fängt

Slide 13 - Quizvraag

laufen ____ du nach Hause?
A
läufst
B
laufe
C
lauft
D
laufet

Slide 14 - Quizvraag

schlagen: ____ ihr uns etwas anderes vor?
A
schlagt
B
schlagen
C
schlägst
D
schlägt

Slide 15 - Quizvraag

kaufen: Ich ____ mir ein Eis.
A
kaufe
B
käufe
C
kaufst
D
käufet

Slide 16 - Quizvraag

raten: Wir ____ es nicht.
A
räten
B
rätet
C
ratet
D
raten

Slide 17 - Quizvraag

schlafen: Herr Bauer, ____ Sie auf dem Sofa ein?
A
schlafen
B
schläft
C
schlaft
D
schläfst

Slide 18 - Quizvraag

lassen: ____ ihr uns in Ruhe?
A
lasst
B
lässet
C
lassen
D
lasse

Slide 19 - Quizvraag

Bij sterke werkwoorden met een korte e-klank in de stam:
A
e->ie
B
e-> ee
C
e->i

Slide 20 - Quizvraag

Bij sterke werkwoorden verandert met een lange e-klank:
A
e->i
B
e->ie
C
e->ee
D
er verandert niets

Slide 21 - Quizvraag

Vul de juiste vervoeging in.
Mein Onkel .......... gut Deutsch
A
sprecht
B
spriecht
C
spreekt
D
spricht

Slide 22 - Quizvraag

Du ........... jetzt mein Gesicht.
A
sehst
B
siehst
C
siehts
D
sieht

Slide 23 - Quizvraag

Du ......... mir ein Geschenk.
A
gebst
B
gibst
C
gibt

Slide 24 - Quizvraag

Meine Tante ........... uns mit.
A
nimmt
B
nihmt
C
nehmt
D
nimt

Slide 25 - Quizvraag

nemen

Slide 26 - Open vraag

houden

Slide 27 - Open vraag

wonen (staat niet in Lernliste)

Slide 28 - Open vraag

slapen (staat niet in Lernliste)

Slide 29 - Open vraag

beginnen

Slide 30 - Open vraag

helpen

Slide 31 - Open vraag

werken (staat niet in Lernliste)

Slide 32 - Open vraag

geven

Slide 33 - Open vraag