unit 4 les 9 (will/shall + to be going to)

1 / 12

Slide 1: Tekstslide

EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Will / to be going to?

Will

- Bij een voorspelling waar GEEN bewijs voor is.

- Bij een besluit op het moment van spreken.

- Voorstel/voorkeur

to be going to

- Bij een voorspelling waar WEL bewijs voor is.
- Bij een afgesproken plan.

- Gebeurtenissen die in de toekomst gaan plaatsvinden.

Met beide praat je over de toekomst.

Slide 2 - Tekstslide

Will gebruiken we bij een voorspelling waarvoor GEEN bewijs is.

True

False

Slide 3 - Quizvraag

To be going to gebruiken we bij een voorspelling waarvoor WEL bewijs is.

True

False

Slide 4 - Quizvraag

Look at the weather! It ... (rain).

Tip: is er bewijs? Kun je het zien?

is going to rain

will rain

Slide 5 - Quizvraag

I think it ... (rain) today.

Tip: Is er bewijs? Kun je dit zien?

is going to rain

will rain

Slide 6 - Quizvraag

Will / to be going to

Will

Hoe?
will + hele werkwoord

Shall:

Alleen bij vragen met I of we.

To be going to

Hoe?
am/is/are + going to +
hele werkwoord

Slide 7 - Tekstslide

Will: ontkenningen en vragen

Vraag:

Ze will vooraan.

Will you help me?

Let op! Shall bij I en we.

Shall I hand this to you?

Ontkenning:

not achter Will.

Afkorten: won't

I won't go to the cinema.

I will not do my homework.

Slide 8 - Tekstslide

to be going to: vragen + ontkenningen

Vragen:

Je zet am/are/is vooraan in de zin.

Is it going to rain today?

Ontkenningen:

Je zet not/n't achter am/are/is.

It is not/isn't going to rain today.

Slide 9 - Tekstslide

It ... be rainy tomorrow.

will

is going to

Slide 10 - Quizvraag

Look, it ... rain!