HV1: Jodendom h2 joods leven - sociaal

Jodendom
h2: Joods leven
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 160 min

Onderdelen in deze les

Jodendom
h2: Joods leven

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Terugblik 

Lezen en maken van opdrachten h2
Werken aan Vaardigheidsdoelen
;
A. Je kunt zelf een koosjer menu samenstellen.
B. Je kunt informatie uit een tekst kort en overzichtelijk samenvatten.
C. Je bent in staat om verschillen aan te geven tussen het joodse en het christelijke geloof.
D. Je kunt deze verschillen uitleggen.

Evalueren




Wat gaan we leren?

Les 1
Je kunt de drie voorwaarden opnoemen om te bepalen of voedsel koosjer is.

Les 2 en 3
Je kunt vertellen welke joodse rituelen op welk moment plaatsvonden
Je kent de zeven joodse feesten en kunt beschrijven wat het verhaal ervan is..

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Overhoren hoofdstuk 1 ahv lesdoelen 


Slide 3 - Tekstslide

Joods leven
2a   eten en drinken

Lesdoel: Je kunt drie voorwaarden opnoemen om te bepalen of voedsel koosjer is.
Schrijf deze op na het volgende filmpje.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Maak opdracht 2.1
2.1
1 Niet als de balletjes van varkensvlees zijn
2  nee, kaas en vlees samen mag niet (frikandel = nooi kosher) =resten vlees
3 biefstuk wordt vaak niet volledig doorbakken (zit bloed in)
4 Lasagne zit vaak vlees en melk in; zonder vlees met champignons mag het wel
5 Kippensoep met stokbrood mag (er mag dan geen smeerkaas of kruidenboter op het stokbrood)

Slide 6 - Tekstslide

Regels voor eten
1. Alleen reine dieren
=herkauwers met gespleten hoeven
= vissen met schubben en vinnen
= vogels die van graan of planten leven
2. Geen bloed
op voorgeschreven manier geslacht en thuis in zout en water gelegd
3. Vlees en zuivel niet samen
aparte keukens

Slide 7 - Tekstslide

Maken:

Bedenk zelf een koosjer-driegangenmenu en maak hier een menukaart voor. 
Driegangenmenu?
  • Voor-, hoofd- en nagerecht
  • Volgens de Joodse wetten
  • Op een mooi versierd kaartje

Slide 8 - Tekstslide

Jodendom
h2: Joods leven

Slide 9 - Tekstslide

Vandaag
- Terugblik                           10 min.
- Rituelen                               5 min.
- Opdracht 2.2                     5 min.
- Groepsopdracht            30 min.
- Afsluiten                             10 min.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom wonen de meeste Joden niet in Israël?

Slide 11 - Open vraag

Wanneer ben je een Jood
A
Als je in Israël geboren bent
B
Als je in het oude testament gelooft
C
Als je moeder Joodse is
D
Als je je bekeert tot het jodendom

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer behoor je tot het Jodendom?
A
Als je moeder Joods is en jij gelooft in Jahweh
B
Als je je bekeerd hebt tot het Joodse geloof
C
Als je Moeder Joods is en jij gelooft niet in God
D
Als je in Israël woont

Slide 13 - Quizvraag

Welke is GEEN geloofspunt van de Joden
A
Het Joodse volk is uitverkoren door God
B
Het jodendom gelooft in één God
C
Joden geloven dat de Messias al is gekomen
D
Joden geloven dat de Tora de hoeksteen is van het Joodse geloof

Slide 14 - Quizvraag

Torah
Nebiim
Chetoebim
Wetten
Liederen
Wijsheid
Dromen en visioenen
Leefregels
Spreuken
Verhaal van Israël
Profeten/profetiën
Geschriften

Slide 15 - Sleepvraag

Wat mogen Joden wel eten?
A
Salami pizza
B
Lasagna
C
Biefstuk
D
Zalm

Slide 16 - Quizvraag

Joods leven
2B Rituelen
Lesdoel c: Je kunt vier momenten in het leven benoemen waarbij rituelen vaak plaatsvinden. 

Lesdoel d: Je kunt bij deze 4 momenten joodse rituelen beschrijven.

Slide 17 - Tekstslide

Maak opdracht 2.2

Slide 18 - Tekstslide

Groepjes H1a:

Slide 19 - Tekstslide

Groepjes V1a:

Slide 20 - Tekstslide

Joodse rituelen - opdracht
Wat moet er in de presentatie staan?
- Wanneer voert men dit ritueel uit?
- Wat doet men tijdens dit ritueel?
- Waarom doet men dit ritueel? 
- Een verschil met dit ritueel uit het christendom
- Een leuk feitje over dit ritueel

timer
30:00

Slide 21 - Tekstslide

Nakijken 2.2 en lesdoelen
C.
Geboorte
Volwassen worden
Huwelijk
Sterven
D.
huwelijk: Bruidspaar staat onder ‘choepa’ , Bruidegom schuift ring aan rechterwijsvinger, drinken slokje wijn, Bruidegom trapt glas stuk,  ‘Mazzeltov!’ roepen 

sterfte: Zo snel mogelijk begraven worden,  Beetje aarde uit Israël, Niet cremeren, Steentje neerleggen door bezoekers 
D
geboorte: Besnijdenis , Wensen uitspreken, Naamgeving 8e dag
volwassen worden: Bar/bat mitswa, Voorlezen uit Tora 

Slide 22 - Tekstslide

Ten slotte
Voor volgende week:
Leren: begrippenlijst de woorden die beginnen met de letter A tot en met de woorden die beginnen met de letter K (van Antisemitisme tot Koosjer)

Slide 23 - Tekstslide

Jodendom
h2: Joods leven

Slide 24 - Tekstslide

Vandaag
- Terugblik                            20 min.
- Feesten                                5 min.
- Opdracht  2.4 + 2.5       30 min.
- Hoofdstuk 3                         - min.

Slide 25 - Tekstslide

Begrippen oefeningen

Slide 26 - Tekstslide

Maak opdracht 2.4 en  2.5

Joods leven: 2c   Feesten

Lesdoel E: Je kent de namen van de 7  joodse feesten.

Lesdoel F: Je beschrijft hoe die feesten gevierd worden.

Lesdoel G: Je weet op welk verhaal het feest gebaseerd is.
timer
30:00

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
Leren: begrippenlijst de woorden die beginnen met de letter L tot en met de woorden die beginnen met de letter P (van Leerhuis tot Poerim)

Slide 28 - Tekstslide

Nabespreken; mondeling!!

in volgorde van boekje:
antwoorden lln, daarna filmpje

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Extra
Er zijn nog meer feesten, die we niet behandelden.
Zoals, bijvoorbeeld, het loofhuttenfeest.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Joodse geschiedenis: H3
Werken in groepen, 6 groepjes
Elke groep gaat 1 periode voorbereiden en presenteren (opdracht 3.1)
Inleveren:
Je maakt de antwoorden van jouw periode op een a4 en daarnaast maak je een PowerPoint. 
Die leg je goed uit in de volgende les!
De presentatie wordt becijferd.
Wanneer er iemand afwezig is/ziek gaat de presentatie door!

Slide 38 - Tekstslide