Thema 2. Persoonlijke Hygiene

Thema 2. Persoonlijke Hygiëne
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 2. Persoonlijke Hygiëne

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaan we het over hebben?
1. Wat de lesdoelen zijn.
2. Wat persoonlijke hygiëne is.
3. Waarom persoonlijke hygiëne belangrijk is.
4. Welke drie soorten micro-organismen er zijn.
5. Hoe je je lichaam kunt verzorgen. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik kan benoemen welke punten belangrijk zijn voor persoonlijke hygiëne en de verzorging van het lichaam.
2. Ik weet welke micro-organismen er zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is persoonlijke hygiëne en waarom is het belangrijk?

Slide 4 - Woordweb

Wat is persoonlijke hygiëne?
- Persoonlijke hygiëne is het verzorgen en 
schoonhouden van je lichaam om gezond te blijven. 




- Het helpt om jezelf te beschermen tegen 
ziektes en om fris te blijven.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wanneer hoef je je handen niet te wassen?
A
Na het gebruik van het toilet
B
Voor het eten
C
Na het aanraken van vuilnis
D
Na het dragen van schone handschoenen

Slide 7 - Quizvraag

Handen wassen is belangrijk om te voorkomen dat we ziek worden door micro-organismen. We moeten onze handen wassen na het niezen, hoesten en snuiten. Maar wat betekenen deze woorden precies? Slijp de woorden naar de juiste afbeeldingen van niezen, hoesten en snuiten.
Snuiten
Hoesten
Niezen

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Video

Opdracht 1. Handen wassen
- Bij deze opdracht ga je samen met een klasgenoot 
oefenen met handen wassen volgens het 
stappenplan dat hiernaast staat. 

- Laat je klasgenoot het stappenplan voorlezen en 
voer elke stap uit.
timer
20:00

Slide 10 - Tekstslide

Symbolen voor Persoonlijke Hygiëne en Verzorging

Slide 11 - Tekstslide

Symbolen voor Persoonlijke Hygiëne en Verzorging
1. het toilet/de WC     11. het scheerapparaat
2. het bad                   12. de deodorant
3. de wastafel            13. de föhn
4. de douche              14. het WC-papier
5. de wasmachine     15. de parfum
6. de handdoek
7. de tandpasta, de tandenborstel
8. de kam
9. de kraan
10. de handzeep

Slide 12 - Tekstslide

Waar denk je aan bij micro-organismen?

Slide 13 - Woordweb

Welke van de onderstaande is geen micro-organisme?
A
Bacterie
B
Schimmel
C
Virus
D
Plantenwortel

Slide 14 - Quizvraag

Micro-organismen
De bacteriën:
Bacteriën zijn kleine organismen die op je lichaam zitten of in de ruimte zijn als je niet schoon bent. 

Er zijn overal bacteriën, maar je wordt niet van alle bacteriën ziek. 

Antibiotica krijgt je als je door bacteriën ziek wordt.

Slide 15 - Tekstslide

De virussen
Virussen zijn organismen die niet gevoelig zijn voor medicijnen. 

Je kan ze niet bestrijden, alleen met een vaccin kan je bescherming krijgen.

Een vaccin is een inenting die je elk jaar bijvoorbeeld moet krijgen of die je voor langere tijd bescherming biedt. 

Slide 16 - Tekstslide

De schimmels
Schimmels zijn een soort micro-organismen die veel verschillende vormen en groottes hebben. 

Ze groeien vaak op vochtige plekken en kunnen zowel nuttig (zoals bij de productie van medicijnen en voedsel) als schadelijk (zoals schimmelziekten) zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Tegen welke van de onderstaande micro-organismen wordt antibiotica als medicijn gegeven?
A
Virussen
B
Schimmels
C
Bacteriën
D
Protozoa

Slide 18 - Quizvraag

Hoe zorg je goed voor je lichaam?

Tandenpoetsen

Douchen

Nagels knippen

Haren kammen

Slide 19 - Tekstslide

Weet je nog de maatregelen tegen het coronavirus?


Geen handen schudden!


1,5 meter afstand houden!


Nies en hoest in elleboog!


Vaak handen wassen!

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 2. Opdracht: Wat doe jij aan persoonlijke verzorging?


- Wat doe jij aan persoonlijke verzorging? Denk aan handen wassen, douchen, tandenpoetsen…


- Schrijf in 10 zinnen een verslag.

timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 3. Persoonlijke Hygiëne
- Je ontvangt een werkblad van je docent. Op het werkblad staan afbeeldingen en woorden. 

- Koppel de juiste woorden aan de bijbehorende afbeeldingen en lever het werkblad in bij je docent.
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide