In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Grammatica
.
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je al?
Wat is een werkwoord?
Wat is de persoonsvorm?
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 2 - Tekstslide
Doel
- Aan het einde van deze les kan ik de persoonsvorm in een zin vinden d.m.v. het maken van een vraagzin, de zin in een andere tijd zetten en het onderwerp veranderen van ev naar mv of andersom.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 4 - Quizvraag
Hoe kun je persoonsvorm ook alweer vinden?
Slide 5 - Open vraag
Zet deze zin in een andere tijd: We hebben een taart gemaakt.
Slide 6 - Open vraag
Maak deze zin vragend: We hebben een taart gemaakt.
Slide 7 - Open vraag
Verander het onderwerp van de zin. We hebben een taart gemaakt.
Slide 8 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm? Waarom wandelt Kees de avondvierdaagse?
A
Waarom
B
Er is geen persoonsvorm.
C
wandelt
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Houd eens je mond
A
Houd
B
Er is geen persoonsvorm.
C
eens
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Waarom wandelt hij niet graag?
A
Waarom
B
hij
C
wandelt
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
In zijn broek heeft Robin een scheur.
A
zijn
B
Robin
C
heeft
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm? De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.
Slide 13 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm? De leeuw brulde van woede.
Slide 14 - Open vraag
De jonge held kreeg een onderscheiding. Is kreeg hier persoonsvorm?
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Wat is hier de persoonsvorm? Koala's | eten | geen | vlees.
A
Koala's
B
eten
C
geen
D
vlees
Slide 16 - Quizvraag
Afsluiting
Vertel aan je buurman/vrouw hoe je de zin in zinsdelen verdeeld en hoe je de persoonsvorm kunt vinden.
Heb jij het doel behaald?
Slide 17 - Tekstslide
Lesdoel
check
Slide 18 - Tekstslide
Doel
- Aan het einde van deze les kan ik de persoonsvorm in een zin vinden d.m.v. 3 verschillende manieren.
- Aan het einde van deze les kan ik een zin in zinsdelen verdelen d.m.v. de zinsdeelproef.
Slide 19 - Tekstslide
Wat heb je geleerd? Hoe vinden jullie de persoonsvorm