Lj1_dt3_week4.1

Leerjaar 1 - DT3 - week 4
DT5, week 3, les 2
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerjaar 1 - DT3 - week 4
DT5, week 3, les 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
  1. opgegeven huiswerk
  2. Vocabulaire quiz
  3. Uitleg Gr07 (p.27-28)
  4. Zelf aan het werk + nakijken

*Vrijdag 22 januari = online SO woordjes en zinnetjes F-N/N-F
** SO inhalen? maak met mij een afspraak! 


Slide 2 - Tekstslide

Opgegeven huiswerk
- in je boekje op p.10 en 11 =(Vo08)  
   + Kies ook weer tussen Le03, CF03, Sc02
- en de bijbehorende leerpaden (opdrachten) op itslearning! (met voldoende afronden)


   

Slide 3 - Tekstslide

Vocabulaire Quiz
Kies steeds zo snel mogelijk het juiste antwoord. 

Eerst komen er zinnen, dan woorden. 

Slide 4 - Tekstslide

Bonjour, ..... chez moi
A
bienvenue
B
salut

Slide 5 - Quizvraag

......, il y a la cuisine.
A
Nous avons
B
Au-rez-de-chaussée

Slide 6 - Quizvraag

Sur ......., il y a mon ordinateur
A
mon armoire
B
mon bureau

Slide 7 - Quizvraag

Voilà la chambre de ......
A
ma soeur
B
mon voisin

Slide 8 - Quizvraag

Ma chambre est ........
A
au premier étage
B
dans la salle de bains

Slide 9 - Quizvraag


A
rouge
B
jaune
C
vert
D
bleu

Slide 10 - Quizvraag


A
brun
B
noir
C
rose
D
rouge

Slide 11 - Quizvraag


A
noir
B
rose
C
rouge
D
blanc

Slide 12 - Quizvraag


A
blanc
B
bleu
C
vert
D
noir

Slide 13 - Quizvraag


A
jaune/rouge
B
vert/orange
C
rose/bleu
D
noir/blanc

Slide 14 - Quizvraag

76

Slide 15 - Open vraag

82

Slide 16 - Open vraag

Uitleg Gr07
een bezit aangeven

(pagina 26-28)


Slide 17 - Tekstslide

Uitleg Gr07 - bezit aangeven
Wat valt je op?

MON ordinateur                   MIJN computer
TON vélo                                  JOUW fiets
SON frère                                ZIJN/HAAR broer

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg Gr07 - bezit aangeven
Wat gebeurt er nu?

MON vélo  = MIJN fiets           --> mannelijk
MA maison = MIJN huis         --> vrouwelijk
MES parentsMIJN ouders --> meervoud

                                      MON / MA / MES = MIJN


Slide 19 - Tekstslide

Uitleg Gr07 - bezit aangeven
- geeft een bezit aan, van wie iets is
- is het woord mannelijk / vrouwelijk / meervoud ?

mannelijk
vrouwelijk
meervoud (+s)
MIJN
MON
MA 
MES
JOUW
TON
TA
TES
ZIJN/HAAR
SON
SA
SES

Slide 20 - Tekstslide

Uitleg Gr07 - bezit aangeven
Kijk goed naar het woord erachter!

MON - TON - SON vélo  MIJN - JOUW - ZIJN/HAAR fiets  
MA - TA - SA maison MIJN - JOUW - ZIJN/HAAR huis 
MES - TES - SES parents MIJN - JOUW - ZIJN/HAAR ouders 

                                      


Slide 21 - Tekstslide

Uitleg Gr07 - bezit aangeven
LET OP!!:              SON - SA - SES = ZIJN of HAAR > dat ligt aan de bezitter!
SON vélo = ZIJN of HAAR fiets (=mannelijk woord)
SA mère = ZIJN of HAAR moeder (=vrouwelijk woord)
SES parents = ZIJN of HAAR ouders (=meervouds woord)

Pietje is HAAR broer > Pietje est SON frère  (frère is mannelijk, dus SON)
Claudia is ZIJN moeder > Claudia est SA mère (mère is vrouwelijk, dus SA)







                                      


Slide 22 - Tekstslide

Uitleg Gr07 - bezit aangeven
LET OP!
Woorden die beginnen met een klinker, krijgen de mannelijke vorm:

un ordinateur   --> MON - TON - SON ordinateur
une armoire --> MON - TON - SON armoire
une école  --> MON - TON - SON école


                                      


Slide 23 - Tekstslide

Check!
Kies steeds het juiste antwoord

Slide 24 - Tekstslide

C'est mon chien.
A
zijn hond
B
mijn hond
C
jouw hond
D
haar hond

Slide 25 - Quizvraag

C'est ta maison.
A
mijn huis
B
jouw huis
C
haar huis
D
zijn huis

Slide 26 - Quizvraag

Ce sont mes chaises.
A
mijn stoelen
B
jouw stoelen
C
zijn stoelen
D
haar stoelen

Slide 27 - Quizvraag

C'est (jouw) .... lit
A
mon
B
ma
C
ton
D
ses

Slide 28 - Quizvraag

C'est (haar) .... armoire
A
tes
B
sa
C
ta
D
son

Slide 29 - Quizvraag

Ce sont (mijn) .... tables
A
sa
B
mes
C
tes
D
mon

Slide 30 - Quizvraag

C'est (zijn) .... chambre
A
son
B
tes
C
mon
D
sa

Slide 31 - Quizvraag

mijn computer

Slide 32 - Open vraag

zijn huis

Slide 33 - Open vraag

Zelf aan het werk
Maak de opdrachten:
- in je boekje op p.28 =(Gr07) (volgende les af)
   +  de bijbehorende leerpaden (opdrachten) op itslearning! (met voldoende afronden) >> ga ik checken!

- Oefen met de zinnen, woorden(+kleuren) en getallen 1-100


   

Slide 34 - Tekstslide