VWO 1 bezittelijk vnw+voca

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Salut! Au programme;

* vocabulaire chap 4/ interview

* bezittelijk vnw 

*les devoirs

Vocabulaire

J'achète mes jeans (online)

Il est (blij) de sa casquette

C'est (de vriendin) de Damien

Ils habitent dans un château?!
un château=

Je vais commander un blouson.
commander=

Les T-shirts Rumag, c'est tendance.
c'est tendance=

Grammaire/ aantek 3 chap 4 

Het bezittelijk voornaamwoord; 

Dit voornaamwoord geeft aan van wie een bepaald voorwerp/ persoon is . In het Frans moet je weer goed letten op het verschil tussen mannelijk/vrouwelijk en enkelvoud/meervoud

Voorbeelden van het
bezittelijk voornaam-
woord in het NL

Kijk en luister mee

Welke Franse woorden hoor je voor "mijn"?

In het Frans moet je eerst weten wat het zelfst.nw is:

le (mannelijk)

la (vrouwelijk)

les (meervoud)

Schema; neem over!

LET OP !!!

Het bezittelijk vnw past zich aan aan het zelfstandig nw.

DUS: mijn fiets = mon vélo 

           (je gebruikt mon omdat vélo mannelijk is!)

EN     : mijn auto = ma voiture

           (je gebruikt ma, omdat voiture vrouwelijk is!)

NU JIJ: mijn bloemen = ....

VOORBEELD

mijn:          - mon père, ma mère, mes parents

jouw:         - ton père, ta mère, tes parents

zijn/haar: - son père, sa mère, ses parents

    LET OP !: -> De vader van Chantal; haar vader  -> SON père

                       -> De moeder van Emil; zijn moeder  -> SA mère

onze:        - notre père, notre mère, nos parents

jullie:        - votre père, votre mère, vos parents

hun:          - leur père, leur mère, leurs parents

A toi maintenant...

Test jezelf

(Jouw)___ oncle travaille comme pilote?

1. Ton
2. Ta
3. Tes

(Mijn) ..... mère est grande.

1. Mon
2. Ma
3. Mes

C'est (zijn) ___ tante.

1. son
2. sa
3. ses

Ce sont (mijn) ..... chaussures (=schoenen).

1. mon
2. ma
3. mes

Les devoirs;

leren aantekening bezittelijk vnw en woorden chap 4

herhalen interview chap 4 

(oef 10 blz 65 uitwerken, indien nog niet af)