GAM1 unit 3 lesson 2.2

Goodmorning!!
Please, 
Put the following items on your desk: 
- Book
- notebook
- pencil case
- agenda 
- reading book 

no book: start writing words unit 3

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goodmorning!!
Please, 
Put the following items on your desk: 
- Book
- notebook
- pencil case
- agenda 
- reading book 

no book: start writing words unit 3

Slide 1 - Tekstslide

Homework
Study words Studybox unit 3 lesson 2
finish exercise 2,3 (listening online)
finish exercise 4,5 page 97
finish exercise 10 page 99




Slide 2 - Tekstslide

Today!
Welcome 5 min
Reading 10 min
Grammar  20 min 
Listening 15 min 



Slide 3 - Tekstslide

learning goals
After this lesson you: 
- You know how to use comparisons (big/bigger/ biggest) 
- You know more words about traffic

Slide 4 - Tekstslide

Comparisons

Slide 5 - Tekstslide

Comparisons 
In het Nederlands noemen we ze trappen van vergelijkingen.
Gebruik: Om mensen of dingen te beschrijven
Je vergelijkt ze met elkaar. 
Comparative: Vergrotende trap
  Superlative: Overtreffende trap. 
C
B
A
Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.

Slide 6 - Tekstslide

Comparisons 
Woorden van 1 lettergreep/syllable:
- Comparative: -er
- Superlative: -est
old
older
the oldest

Slide 7 - Tekstslide

Comparatives & superlatives 
Voor woorden van één lettergreep en  woorden van twee lettergrepen die eindigen op medeklinker + y gebruiken we -er en the ...... -est
My cat is lazy, yours is lazier, my friend's cat is the laziest. 
Norway is cold, Russia is colder, Antarctica is the coldest. 

Voor woorden van twee of meer lettergrepen (behalve die hierboven op y) gebruiken we more & the ...... most. 
This phone is expensive, that one is more expensive, the newest iPhone is the most expensive 

Slide 8 - Tekstslide

Comparisons 
Woorden van 3 lettergrepen of meer:
- Comparative: more 
- Superlative: most
expensive
more expensive
the most expensive

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer het woord eindigt op:
-e? → alleen -r of -st
 close-closer-closest
korte klinker? → verdubbelt medeklinker
 big-bigger-biggest
medeklinker + -y? → -ier of -iest
 dry-drier-driest

Slide 10 - Tekstslide

Comparatives and superlatives

  • Sommige woorden zijn uitzonderingen en hebben onregelmatige vormen:

  • good - better - best
  • bad - worse - worst

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

LET OP: 
Bij vergelijken schrijf je than met een a! (then met een e gaat over tijd) 

Als je met more / most werkt verandert het bijvoeglijk naamwoord niet. 
Dus: hot / hotter 
Maar NIET more expensiver / the most expensivest 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Assignments
page 98/99
exercises 6 and 10

Let's check after 5 min. 
finished: read in your Englisch reading book or study words page 127

Slide 16 - Tekstslide

Listening
exercise 2 and 3 page 96

Slide 17 - Tekstslide