07-12 Oefenen schrijf- en spreektoetsen

Francien van Beusekom
Dinsdag 7 december
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Francien van Beusekom
Dinsdag 7 december

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Agenda
  • Presentatie Jheronimus Bosch Inaya
  • Nakijken huiswerk
  • Zijn mooiste model
  • Oefenen spreektoets
  • Oefenen schrijftoets
  • Disk

Slide 2 - Tekstslide

Agenda
Dinsdag 14 december 13.30-14.00 schrijven@115
Maandag 20 december 13.00-14.30 lees-en luistertoetsen@Bolc

Slide 3 - Tekstslide

Presentatie Inaya

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen spreektoetsen
Wie werkt met wie?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen schrijftoets

Slide 13 - Tekstslide

Oefentoets schrijven A2 niveau

INFORMELE E-MAIL OVER NEDERLAND
Een collega van je ouders gaat naar Nederland emigreren met haar gezin. Haar zoon van 13 komt ook mee en heeft jou gevraagd naar jouw ervaring met Nederland. Je schrijft deze jongen een e-mail. Vertel iets over minimaal drie van deze onderwerpen:
- Het weer in Nederland
- De mensen in Nederland
- Jouw woonplaats
- Jouw school
- De taal
Denk aan een goede aanhef (begin) van de brief en een passende afsluiting (einde).



Slide 14 - Tekstslide

Oefentoets schrijven A2 niveau

INFORMELE E-MAIL OVER NEDERLAND

Een collega van je ouders gaat naar Nederland emigreren met haar gezin. Haar zoon van 13 komt ook mee en heeft jou gevraagd naar jouw ervaring met Nederland.
Je schrijft deze jongen een e-mail. Vertel
iets over minimaal drie van deze onderwerpen:
- Het weer in Nederland
- De mensen in Nederland
- Jouw woonplaats
- Jouw school
- De taal

Slide 15 - Open vraag

Schrijfopdracht Disk
Schrijf op wat je met 10.000 euro zou doen.
Je hebt een cheque van 10.000 euro gewonnen. Die mag je gebruiken om jezelf mooier te maken.
Je kunt kleding kopen, naar de kapper gaan, mooie sieraden kopen, een tattoo laten zetten, of wat je maar wil. Er is één voorwaarde: je moet het geld op één dag uitgeven. De winkels gaan om negen uur open en ze gaan om zes uur dicht.

Schrijf op wat je met het geld op één dag gaat doen:

In welke winkel begin je om negen uur? Hoe lang blijf je daar?
Wat ga je daar kopen?
Waar ga je daarna naartoe? Hoe laat is het dan?
Is al het geld op aan het eind van de dag?

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf op wat je met 10.000 euro zou doen.
Je hebt een cheque van 10.000 euro gewonnen. Die mag je gebruiken om jezelf mooier te maken.
Je kunt kleding kopen, naar de kapper gaan, mooie sieraden kopen, een tattoo laten zetten, of wat je maar wil. Er is één voorwaarde: je moet het geld op één dag uitgeven. De winkels gaan om negen uur open en ze gaan om zes uur dicht.

Schrijf op wat je met het geld op één dag gaat doen:

In welke winkel begin je om negen uur? Hoe lang blijf je daar?
Wat ga je daar kopen?
Waar ga je daarna naartoe? Hoe laat is het dan?
Is al het geld op aan het eind van de dag?

Slide 17 - Open vraag

Oefenen Wordwall
voltooid deelwoord

Slide 18 - Tekstslide

Disk

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Tot morgen

Slide 25 - Tekstslide