Thema 6 basisstof 1 genotypen en fenotypen

Chabo
Sey
Gaby
Djano
Romy
Sara
Gaby
Anouk
Chéden
Kim
Omar
                              bord
LEG JE BOEK KLAAR en je begrippenlijst. 
Sta je er niet op, dan mag je kiezen waar je gaat zitten. 
Je hebt een voldoende voor de toets gehaald. 
r
a
a
m
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Chabo
Sey
Gaby
Djano
Romy
Sara
Gaby
Anouk
Chéden
Kim
Omar
                              bord
LEG JE BOEK KLAAR en je begrippenlijst. 
Sta je er niet op, dan mag je kiezen waar je gaat zitten. 
Je hebt een voldoende voor de toets gehaald. 
r
a
a
m

Slide 1 - Tekstslide

Absentie 
Start nieuw thema 
Doelen van de les
Doel met uitleg
Opdrachten maken 
Nakijken  
Doel van de les en afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstukopbouw
1. Genotype en Fenotype
2. Chromosomen en genen
3. Variatie in genotypen
herhaling 1 - 3 + mindmap invullen
4. Geschiedenis van het leven op aarde
6. Evolutie
7. Fossielen
Herhaling 1 - 7 + mindmap invullen
Diagnostische toets
Toets

Slide 3 - Tekstslide

Genotype en fenotype: Doelen
  1. Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.  
  2. Je kunt benoemen wat de begrippen genotype en het fenotype zijn.

Slide 4 - Tekstslide

begrippen
erfelijk: eigenschappen die je meekrijgt van je ouders, bijvoorbeeld de kleur van je ogen
fenotype: alle eigenschappen van een organisme
lichaamscellen: cellen waaruit je lichaam is opgebouwd
chromosomen: lange dunne draden in de celkern
DNA: stof die informatie bevat voor erfelijke eigenschappen
genotype: informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme

Slide 5 - Tekstslide

Doel: Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.  
Een mens is een organisme. Net als een dier. 
Een organisme bestaat uit heel veel cellen. 
In de celkern zitten chromosomen.
Die bestaan voor een groot deel
uit de stof DNA.

Slide 6 - Tekstslide

Doel: Je kunt uitleggen wat de begrippen genotype en het fenotype betekenen.
fenotype: alle eigenschappen van een organisme. Je kunt je haar verven. Dan verander je het fenotype (het uiterlijk). 
genotype: informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme. Maar de kleur 
van het haar komt altijd weer 
terug. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het genotype?
A
Alle erfelijke eigenschappen van een organisme
B
Alle eigenschappen van een organisme.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het fenotype?
A
Alle erfelijke eigenschappen van een organisme
B
Alle eigenschappen van een organisme.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is DNA?
A
Een chromosoom
B
Een celkern
C
Een stof

Slide 10 - Quizvraag

Waar zit DNA?
A
In de chromosomen
B
In een celkern
C
In een stof

Slide 11 - Quizvraag

Waar bestaan chromosomen uit?
A
Uit stoffen
B
Voor een groot deel uit DNA

Slide 12 - Quizvraag

Wat is DNA? (uitgebreid)
A
Een chromosoom die stoffen bevat
B
Een stof met alle erfelijke informatie

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag: 
Samen lezen en opdrachten maken

blz 76, 78, 79, 80

Huiswerk:
Begrippen BS 1
Opdr 1 - 9+

Slide 14 - Tekstslide

 Dit hebben we vandaag geleerd: 


Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
Je kunt benoemen wat de begrippen genotype en het fenotype zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat het verschil is tussen genotype en fenotype.

Slide 16 - Open vraag

Bedankt!

Slide 17 - Tekstslide