3.3 het hart

Programma

  • herhaling  / huiswerk
  • Uitleg basisstof 3.3 het hart
  • Zelfstandig aan de slag
  • Afsluiting
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma

  • herhaling  / huiswerk
  • Uitleg basisstof 3.3 het hart
  • Zelfstandig aan de slag
  • Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Aller eerst maken wij een klas in lessonup 

Ga naar magister berichten en open de link die ik heb gestuurd.

Maak een account met je schoolmail. 
Gebruik de klassencode die ik zometeen op het bord heb staan.

Slide 2 - Tekstslide

Wat geeft nummer 2 aan?
A
een slagader
B
een ader
C
een haarvat

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noemen we het transport van het hart naar de longen en terug?
A
Grote bloedsomloop
B
Zuurstof bloedsomloop
C
Kleine Bloedsomloop
D
Ademhalingsbloeds-omloop

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemen we de bloedsomloop van het hart naar het lichaam en terug?
A
Grote bloedsomloop
B
Lichaamsbloeds-omloop
C
Kleine bloedsomloop
D
Voedingsstoffen-bloedsomloop

Slide 5 - Quizvraag

bs 3.3 het hart

Slide 6 - Tekstslide

3.3 Leerdoelen
3.3.5 Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
3.3.6 Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Het hart ligt in de borstholte, iets naar links onder het borstbeen. Een hart is ongeveer zo groot als een vuist. De hartspier trekt gemiddeld zeventig keer per minuut samen.


Slide 7 - Tekstslide

Basisstof 3 Het hart
https://jeugdjournaal.nl/artikel/2405689-voor-het-eerst-nederlandse-patient-met-namaak-hart.html

Slide 8 - Tekstslide

wat weet je over het hart?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Video

Het hart
Het hart bestaat uit 4 delen: 
  • Linkerboezem
  • Linkerkamer
  • Rechterboezem
  • Rechterkamer

Bloed stroomt van de boezems naar de kamers.
(Boezem = boven en begin) 
LB
LK
RK
RB

Slide 11 - Tekstslide

Hartslag

Slide 12 - Tekstslide

Fasen hartslag
De hartslag bestaat uit 3 fasen:
1. boezems trekken samen, kamers vullen zich
2. kamers trekken samen, bloed naar slagaders
3. hartpauze: boezems stromen ondertussen vol

let op: linkerkant en rechterkant trekken tegelijk samen!

Slide 13 - Tekstslide

Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Dicht: 
Er stroomt bloed uit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht

Slide 14 - Tekstslide

Halvemaanvormige kleppen open
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Open
Er stroomt bloed vanuit de kamers in de slagaders:

- de longslagader
- de aorta
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
beide open

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Lees de tekst uit het boek in stilte voor jezelf 

Klaar? Kijk vast naar de opgaven van 3.3

Slide 17 - Tekstslide

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
In je hart
D
In je benen

Slide 18 - Quizvraag

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand

Slide 20 - Quizvraag

Kies de goede volgorde voor zuurstof transport
A
Longen - Hart - Lichaam
B
Longen - Lichaam - Hart
C
Lichaam - Hart - Longen- Hart - Lichaam
D
Longen - Hart - Longen- Hart - Lichaam

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde voor andere afvalstoffen in het bloed?
A
Lichaam - Nieren - Urine
B
Lichaam - Hart - Nieren - Urine
C
Darmen - Poortader - Lever - Hart - Longen
D
Lichaam - Hart - Longen - Hart - Nieren - Urine

Slide 22 - Quizvraag

Afsluiting
Maak de opgaven uit het boek. H 3.3 

vandaag geen HW

Slide 23 - Tekstslide