Betoog oefenen 5h september 2021

Betogend schrijven
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Betogend schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een betoog?
A
De schrijver van een betoog wil je vooral informatie geven over een onderwerp.
B
De schrijver van een betoog wil je vooral overtuigen van een mening.
C
De schrijver van een betoog wil je vooral aan het denken zetten.
D
De schrijver van een betoog wil je aansporen om iets te doen.

Slide 2 - Quizvraag

Betoog

Slide 3 - Tekstslide

Lesopzet
Beoordelen stellingen

Argumentatieschema's

Maar eerst.....
lezen voor de lijst.

Slide 4 - Tekstslide

De kracht van de eerste zin

Wat is de eerste zin van jouw boek?
Wat probeert de schrijver daarmee te bereiken?


Slide 5 - Tekstslide

Het begin van een betoog

Slide 6 - Tekstslide

Criteria voor een goede stelling
  • controversieel
  • positief geformuleerd
  • absoluut geformuleerd
  • eenduidig
  • verandering
  • geen argument
  • bondig (richtlijn 15 woorden)

Slide 7 - Tekstslide

Is dit een goede stelling?
Kinderrechten zijn belangrijk.
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Is dit een goede stelling?
Gevangen moeten voor de dood kunnen kiezen bij een levenslange gevangenisstraf.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Is dit een goede stelling?
Iedereen moet vegetariër worden.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Is dit een goede stelling?
Doping in de sport moet legaal worden, zodat het voor iedereen eerlijk wordt.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Is dit een goede stelling?
In sommige gevallen is het beter als kinderen zelf hun bejaarde ouders in huis nemen.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Is dit een goede stelling?
Prostitutie moet legaal zijn.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Is dit een goede stelling?
Scholen mogen pas om 10 uur beginnen.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de beste stelling volgens de criteria?
A
Ouders moeten straf krijgen voor de misdaden van hun minderjarige kinderen.
B
Ouders mogen geen kinderen krijgen zonder opvoedcursus.
C
Om eenzaamheid te voorkomen, moeten ouders altijd meer dan één kind krijgen.

Slide 15 - Quizvraag

Onderbouwing
Argumentatieschema's

en

de WANT-proef.
???

Slide 16 - Tekstslide

Informatie verzamelen, bijv.
Informatie
Bron
Functie
Door klimaatverandering stijgt de zeespiegel. Dijken zijn dan niet hoog genoeg meer.
Moel, et al. (2010)
probleemstelling
Overstromingen, met als gevolg schade aan huzen.
Moel, et al. (2010)
argument o.b.v. gevolg
Limburg 20-30 miljoen schade.
RTL nieuws, 2021
argument o.b.v. voorbeelden

Slide 17 - Tekstslide

Ordenen met argumentatieschema's

  • oorzaak en gevolg;
  • kenmerk of eigenschap;
  • voor- en nadelen;
  • voorbeelden;
  • vergelijking;
  • autoriteit.

Slide 18 - Tekstslide

Argumentatie op basis van autoriteit.
Argumentatie op basis van oorzaak-gevolg.
Sporten is niet alleen goed voor je lichaam, maar ook voor de geest. Dat wisten de oude Grieken al.
Sporten geeft een geluksgevoel, omdat tijdens het sporten dopamine wordt aangemaakt.

Slide 19 - Sleepvraag

Argumentatie op basis van vergelijking.
Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
Ik denk niet dat de prijzen van concertkaartjes veel zullen stijgen, want de prijzen voor theater- en bioscoopkaartjes zijn ook gelijk gebleven.
Subsidiëring van het theater is nodig om kaartjes betaalbaar te houden. Zo kan iedereen kennis maken met cultuur.

Slide 20 - Sleepvraag

Doe de WANT-proef. Welke argumentatie klopt bij de stelling?
A
Als de oorlog voorbij is moeten vluchtelingen terug naar hun eigen land. We hebben nu al een tekort aan huizen.
B
Als de oorlog voorbij moet, moeten vluchtelingen terug naar hun eigen land. Hun kinderen zijn al helemaal gewend in Nederland.

Slide 21 - Quizvraag

Programma
Lezen voor de lijst (deadline boek uit 23-9)
Info eisen PTA
Bouwplan maken: check rode draad, argumentatieschema's

Slide 22 - Tekstslide

Doe de WANT-proef. Welke argumentatie klopt bij de stelling?
A
Ouders moeten op je telefoon meekijken. Kinderen vertellen het vaak niet als ze online worden gepest.
B
Ouders moeten op je telefoon meekijken. Zo'n 99% van de kinderen heeft een eigen telefoon.

Slide 23 - Quizvraag

Brongebruik
In betoog en in PWS

APA
of
voetnoten (overleg met je begeleider)

Slide 24 - Tekstslide

In tekst:
De Caluwe en Schutter (2004) zeggen dat straattaal niet alleen andere woorden heeft, maar ook een heel ander ritme.
Straattaal heeft niet alleen andere woorden, maar ook een ander ritme (De Caluwe & Schutter, 2004).

Slide 25 - Tekstslide

Bronnenlijst
De Caluwe, J., Schutter, A. (2004). De invloed van jongeren op taal. Gent: Academia Press.

Slide 26 - Tekstslide

Einde

Slide 27 - Tekstslide

Deze les
Feedback geven aan elkaar.
Waar wordt je betoog op beoordeeld?

Slide 28 - Tekstslide

Beoordelen betoog
  • Welke argumenten worden er gebruikt?
  • Zijn het feitelijke of waarderende argumenten?
  • Hoe worden de argumenten ondersteund?
  • Zijn de argumenten geen drogredenen?
  • Worden er tegenargumenten genoemd?
  • Zo ja, worden die tegenargumenten dan (afdoende) weerlegd?

Slide 29 - Tekstslide

Aanvaardbaarheid argumenten
  • De argumenten zijn op zichzelf aanvaardbaar.
  • De argumenten zijn relevant.
  • De argumenten zijn onderling consistent.
  • De argumenten zijn samen toereikend voor het ingenomen standpunt.

Slide 30 - Tekstslide

Spelling
wrm mt je eignluk goet kunne spelle als ju het zo ook wl begrijpt wat ik bdl?
EN WAAROM EIGENLIJK HOOFDLETTERS en leestekens?

Slide 31 - Tekstslide

Een heel andere betekenis
Secretaresses die geen interpunctiefouten maken, worden zeer gewaardeerd.
Secretaresses, die geen interpunctiefouten maken, worden zeer gewaardeerd.

Slide 32 - Tekstslide

......
Ik kan niet komen, want ik verwacht nog ander, vervelend bezoek.
Ik kan niet komen, want ik verwacht nog ander vervelend bezoek.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Hoofdletters
Je gebruikt een hoofdletter
aan het begin van een zin; let op: als de zin met een apostrof begint, krijgt het tweede woord een hoofdletter:
– ’t Zal koud zijn in ’t water als ’t vriest.
Let goed op met het gebruik van hoofdletters in zinnen met een directe rede:
‘Als ik hier druk,’ zei cabaretier Toon Hermans, ‘doet het daar pijn.’
– ‘Ik krijg voor mijn verjaardag een scooter’, zei Noa. ‘Straks kan ik met mijn vriendin Irma achterop naar school rijden.’

Slide 35 - Tekstslide

Hoofdletters
Je gebruikt een hoofdletter
bij persoonsnamen; als bij een achternaam met voorvoegsels geen voornaam of voorletter staat, schrijf je het eerste voorvoegsel met een hoofdletter; anders met een kleine letter:
– Hans van der Zande; H. van der Zande; de heer Van der Zande; Els van der Zande-de Laat;
bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven en diensten:
– Roda JC, Rode Kruis, Elsevier, Nederlandse Spoorwegen;

Slide 36 - Tekstslide

Hoofdletters
Je gebruikt een hoofdletter
bij (afleidingen van) aardrijkskundige namen, bij namen van merken, historische gebeurtenissen, straten, hemellichamen, gebouwen, feestdagen en bij titels van boeken en films:
– Aruba, Zuid-Beveland, het rijke Westen, Amsterdam-Noord, Frans, Engelsman, Samsung, de Tweede Wereldoorlog, Vondelkade, de Grote Beer, de Sint-Bavokerk, Kerstmis (maar informeel: kerst), Suikerfeest, Moederdag, De donkere kamer van Damokles, De terugkeer van de wespendief.

Slide 37 - Tekstslide

Leestekens
Zie Nieuw Nederlands, hoofdstuk 8, paragraaf 4.

Maken: 8,8 (aan elkaar of los)
timer
25:00

Slide 38 - Tekstslide

En verder......
Kijken we ook naar:

Slide 39 - Tekstslide

Kopjes
Onderwerp alinea noemen
(bijvoorbeeld niet 'inleiding' maar 'kinderarbeid')

Slide 40 - Tekstslide

Zinsafbreking niet voor een voegwoord

Hoewel er steeds meer draagvlak komt voor tweetalig onderwijs, ben ik hier geen voorstander van omdat ik zelf dyslectisch ben. Hoewel het voor een bepaalde groep leerlingen juist een optie kan zijn.

Slide 41 - Tekstslide

Verbindende zinnen
Geven samenhang aan - laatste zin of eerste zin alinea.
- Door herhaling
- Door verwijswoorden
- Door aankondigende zinnen
Door signaalwoorden

Slide 42 - Tekstslide

Voorbeeld
Een veel gebruikte meetmethode om een “gezond gewicht” te berekenen is de Body Mass Index (BMI). Bij deze methode wordt het gewicht gedeeld door het kwadraat van de lengte. BMI-grafieken zijn ontworpen om de normale gewichtstoename gedurende een groeiperiode in kaart te brengen.

Slide 43 - Tekstslide

Eisen in Google Classroom

Slide 44 - Tekstslide