Thema 6 Toekomst H.3 Signaalwoorden (2)

Signaalwoord
Doel vandaag:

Ik weet wat een signaalwoord is.
Ik kan een signaalwoord herkennen in een tekst.
Ik weet bij welk signaalwoord welk tekstverband hoort.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Signaalwoord
Doel vandaag:

Ik weet wat een signaalwoord is.
Ik kan een signaalwoord herkennen in een tekst.
Ik weet bij welk signaalwoord welk tekstverband hoort.

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg: Signaalwoord
Een reden of argument kun je in een tekst vaak herkennen aan een signaalwoord

Voorbeeld: 
Hij vindt het onzin dat hij het vak Spaans moet volgen, aangezien hij in Spanje is geboren en al vloeiend Spaans spreekt. 
Het signaalwoord is aangezien en geeft het tekstverband reden, verklaring weer. 

Mening: Hij vindt het onzin dat hij het vaak Spaans moet volgen. 
Reden, verklaring: Hij is in Spanje geboren en spreekt al vloeiend Spaans. 

Slide 2 - Tekstslide

Tekst 1
Tekst 1:  Lees de tekst en geef antwoorden op de vragen. 

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf het signaalwoord uit de tekst op, dat het tekstverband reden, verklaring aangeeft.

Slide 4 - Open vraag

Hoe vond Cheyenne het om van Aruba naar Nederland te verhuizen?
A
Gelukkig leerde ze snel een aardig meisje kennen.
B
Zij vond het een enorme overgang, omdat alles anders was in Nederland.
C
Ze moest wennen aan het weer.
D
Op school kende ik gelukkig al wel iemand.

Slide 5 - Quizvraag

Cheyenne vond het een enorme overgang. Welke twee argumenten geeft ze hiervoor?
A
Zij moest wennen aan het weer
B
Het was een enorme stap.
C
Ze mist haar vriendin Farida.
D
Zij moest wennen aan een leven zonder haar familie en vrienden.

Slide 6 - Quizvraag

Tekst 2: Lees de tekst en geef antwoord op de vragen. 

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf de twee signaalwoorden uit de tekst op.

Slide 8 - Open vraag

Waarom is Bram zo verrast dat hij is aangenomen op de dansacademie?
A
Hij vond de auditie van zijn vriend beter gaan.
B
Hij vond zijn auditie niet zo goed gaan.

Slide 9 - Quizvraag

Waarom vindt Bram het raar dat zijn vriend niet is aangenomen?
A
Bram begrijpt er niets van .
B
Hij vond de auditie van zijn vriend beter gaan>

Slide 10 - Quizvraag

Tekst 3: Lees de tekst en geef antwoord op de vragen. 

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf de drie signaalwoorden uit de tekst op.

Slide 12 - Open vraag

Waarom is de docent heel trots op de resultaten
A
Ze hadden maar weinig tijd om voor te bereiden.
B
Ze zagen er allemaal tegen op.
C
Iedereen heeft een voldoende.
D
Het was een belangrijke toets.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is er volgens de docent zo knap?

Slide 14 - Open vraag

Tekst 4: Lees de tekst en geef antwoord op de vragen. 

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf de twee signaalwoorden uit de tekst op.

Slide 16 - Open vraag

Welke mening heeft Pieter over het rijden op zonne-energie?

Slide 17 - Open vraag