leesvaardigheid week 3

Welkom week 3
leesvaardigheid
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom week 3
leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Tekstverbanden & signaalwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Reden/verklaring
aangezien

daarom

immers

namelijk

omdat

want

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de signaalwoorden en reden/verklaring in deze tekst?

Ik ga niet naar het feest, want ik heb geen zin
.
Omdat ik het druk heb, kan ik niet naar haar
verjaardag
.
Jullie gaan flink oefenen, je wilt immers altijd
nieuwe dingen leren
.
Aangezien we niet genoeg geld hebben, kunnen
we die verbouwing nu niet laten doen
.
We komen deze keer met de auto naar jou toe,
het duurt met openbaar vervoer namelijk ruim
drie uur.

Slide 5 - Tekstslide

antwoord:
Ik
ga niet naar het feest,
want
ik heb geen zin

.
Omdat
ik het druk heb
, kan ik niet naar haar
verjaardag
.
Jullie gaan flink oefenen,
je wilt
immers

altijd
nieuwe dingen leren

.
A
angezien
we niet genoeg geld hebben
, kunnen
we die verbouwing nu niet laten doen
.
We komen deze keer met de auto naar jou toe,
het duurt met openbaar vervoer

namelijk

ruim
drie uur
.


Signaalwoord
/
Reden of verklaring

Slide 6 - Tekstslide

Toelichting/voorbeeld
Wat is het signaalwoord (of de
signaalwoorden) voor de toelichting in
het volgende voorbeeld?
Wat is de toelichting?

Welk feit wordt toegelicht?

De huizenmarkt zit in het slop, dat wil
zeggen dat er weinig huizen worden
verkocht op dit moment.

Slide 7 - Tekstslide


De
huizenmarkt zit in het slop
,
dat wil
zeggen

dat er weinig huizen worden
verkocht op dit moment
.

signaalwoord
/

toelichting/uitleg

/
feit

Slide 8 - Tekstslide

Bedenk 1 zin met signaalwoorden van toelichting

Slide 9 - Open vraag

samenvatting/conclusie
alles bij elkaar genomen

al met al

concluderend

dan ook, dus

de slotsom is

kortom

om kort te gaan

samenvattend

Slide 10 - Tekstslide

Let op: in een tekst kom je bijna nooit tegen:
“De conclusie is dat het klimaat verandert”
maar wel:

“Concluderend kunnen we zeggen dat het klimaat sowieso
verandert.”

Slide 11 - Tekstslide

Voorwaarde
Wijs in de volgende
zin
de voorwaarde
aan en het signaalwoord
.
Een goed interieur komt er alleen wanneer
de adviseur zijn werk goed doet
.

Slide 12 - Tekstslide

Een goed interieur komt er alleen wanneer de adviseur zijn werk goed doet .
Signaalwoord/ voorwaarde

Slide 13 - Tekstslide

Wijs in de volgende zin de voorwaarde aan en het signaalwoord . 
Je mag meedoen tenzij je van plan bent de
boel weer te verzieken
.

Slide 14 - Tekstslide

Je mag meedoen
tenzij
je van plan bent
de
boel weer te verzieken
.

signaalwoord

/
voorwaarde

Slide 15 - Tekstslide