Thema 11 zintuigen

Thema 11 zintuigen
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 11 zintuigen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren. 

Adequate prikkel --> een zintuig reageert maar op 1 soort prikkel. 

Licht is bijvoorbeeld de adequate prikkel voor de lichtzintuigen in je ogen.
Hormonale invloeden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geeft een zintuig alle prikkels door?
Zintuigen maken pas een impuls als de prikkel sterk genoeg is. Die minimale sterkte van een prikkel = drempelwaarde.

Als de drempelwaarde laag is dan kan je de prikkel eerder waarnemen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 adequate prikkel
(Trillingen van lucht)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het oog
Gezichtszintuig
Adequate prikkel: licht.

Netvlies: lichtreceptoren = zintuigcellen
(kegeltjes en staafjes)

Netvlies en lens --> scherp beeld

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gehoorzintuig 






De trilhaartjes in het slakkenhuis bewegen door de trilling van het vocht → in de zintuigcellen ontstaan impulsen → gehoorzenuw → hersenen 
Het evenwichtsorgaan





3 halfcirkelvormige kanalen gevuld met vloeistof. Onderin zitten zintuigcellen met haartjes. De haartjes bewegen als de vloeistof beweegt --> informatie naar hersenen.





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ruik je?
  • Je ruikt met je reukzintuig

  • Het reukzintuig is deel van
     het neusslijmvlies --> 
     reukzintuigcellen met reukharen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reukzintuig met meerdere typen reukzintuigcellen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proeven en ruiken
5 smaken: zout - zuur - bitter - zoet - umami.

De hersenen krijgen op hetzelfde moment impulsen van smaakzintuigcellen en van de reukzintuigcellen. 
Ze combineren deze informatie: je proeft de smaak.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de prikkels naar de juiste zintuigen.
Sleep de naam van de zintuigcel naar de juiste zintuig
Geluid
Warmte
Smaakstof
Kou
Geurstof
Licht
Aanraking
Druk
Gehoorzintuig
Reukzintuig
Tastzintuig
Drukzintuig
Smaakzintuig
Gezichtszintuig
Koude zintuig
Warmte zintuig

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je verkouden bent proef je minder.
Waardoor komt dat?
A
de geurstoffen komen niet bij je smaakpapillen
B
De geurstoffen komen niet bij je reukzintuig
C
Je tong is te droog
D
Je tong is te vochtig

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verschil tussen zintuigen en pikkels. Sleepvraag 
Zintuigen
Prikkels
Lichtzintuig
Gehoor- zintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Warmtezintuig
Muziek luisteren
Appeltaart ruiken
Vuurwerk kijken
Een klap voelen
Snoep proeven

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de huid?
A
orgaan
B
weefsel
C
orgaanstelsel
D
cel

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen in je huid

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen in de huid
  • Warmtezintuig
prikkel: hogere temperaturen
  • Koudezintuig
prikkel: lagere temperaturen
  • Tastzintuig
prikkel: hoe voelt iets aan
  • Pijnzintuig
prikkel: pijn

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De huid:

De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuidse bindweefsel

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk zintuig van de huid ligt dieper in de huid?
A
Pijnpunten
B
Drukzintuigen
C
Koudezintuigen
D
Tastzintuigen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De huid heeft 3 taken.
Wat is GEEN taak van de huid?
A
beschermen tegen giftige gassen uit de lucht
B
beschermen tegen vuil en ziekteverwekkers
C
lichaam op temperatuur houden
D
beschermen tegen de zon

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huidlagen
Opperhuid
  • Hoornlaag + kiemlaag
Lederhuid
  • haarzakjes
  • bloedvaten
  • talgklieren 
  • zintuigen
Onderhuidse bindweefsel 
(vet)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 huidlagen zijn er?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Brandwonden
Zintuigen in je huid
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.

Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.

Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.

Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.

Slide 22 - Tekstslide

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
Tatoeage
In welke huidlaag wordt een tatoeage gezet?

En waarom in die?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hennatatoeage
In welke huidlaag is deze tatoeage gemaakt?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het oog

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je kunt de delen van het oog benoemen 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zien al deze ogen er anders uit denk je?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oog buitenkant
Beschermen tegen fel licht, uitdroging en vuil

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oog buitenkant

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen oog

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen oog binnen en buiten

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hoornvlies is een dunne laag levende cellen ...
Het hoornvlies buigt licht naar binnen toe: convergeren

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iris en pupil
De spieren in de iris regelen de grootte van de pupil.
De pupil is dus geen fysieke structuur, maar een gat in de iris.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Route licht in het oog
hoornvlies --> pupil-->lens-->netvlies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netvlies


  • Licht in ogen --> valt op netvlies
  • In netvlies zitten zintuigcellen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

netvlies 
vaatvlies
1. De harde oogvlies
  • soepele
     buitenlaag 
  • oogspieren
2. Vaatvlies
  • bloedvaten
  • voeding voor het oog
3. Netvlies 
  • zintuigcellen 
  • zenuwvezels

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaatvlies: bloedvaatjes
Iris: gekleurde deel van het vaatvlies
In het midden zit een gat: PUPIL

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oogzenuw
De oogzenuw stuurt een impuls (elektrisch signaaltje) naar de hersenen
 
Hierdoor wordt er in de hersenen verwerkt wat je ziet

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies, netvlies, glasachtig lichaam
C
hoornvlies, netvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam
D
netvlies, glasachtig lichaam, pupil, lens, hoornvlies

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
de oogleden
B
de oogzenuw
C
de oogspieren
D
de oogkas

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de iris?
A
Scherpstellen
B
Licht doorlaten
C
Regelen hoeveel licht er binnen komt.
D
kleur geven

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding zie je een oog met een blauwe iris. Bij de mens is de kleur van de iris een erfelijke eigenschap.

Bevatten de chromosomen in de cellen van de maag de informatie voor de kleur van de iris?
A
Ja
B
Nee

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies