Bakchai 184 t/m 196

vertaalhulp
Euripides Bakchai vers 184 t/m 190
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

vertaalhulp
Euripides Bakchai vers 184 t/m 190

Slide 1 - Tekstslide

Dit was het laatste deel van de vorige vertaalhulp:

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

vers 184-186





* betekent: staat in de aantekeningen

Slide 4 - Tekstslide

Ποῖ t/m πολιόν
Vertaal nu deze drie zinnen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat voor zinsdeel verwacht je bij δεῖ?
A
acc-Lv
B
inf
C
inf of ACI
D
een bijwoord

Slide 6 - Quizvraag

Welke van de 2 hebben we hier bij δεῖ?
A
inf
B
ACI

Slide 7 - Quizvraag

De drie infintivi bij δεῖ zijn: χορεύειν, καθιστάναι en σεῖσαι.
In welke vorm staat χορεύειν?
A
prae A
B
prae M
C
aor A
D
aor M

Slide 8 - Quizvraag

De drie infintivi bij δεῖ zijn: χορεύειν, καθιστάναι en σεῖσαι.
In welke vorm staat καθιστάναι?
A
prae A
B
prae M
C
aor A
D
aor M

Slide 9 - Quizvraag

De drie infintivi bij δεῖ zijn: χορεύειν, καθιστάναι en σεῖσαι.
In welke vorm staat σεῖσαι?
A
prae A
B
prae M
C
aor A
D
aor M

Slide 10 - Quizvraag

Met welk woord congrueert πολιόν?
A
σεῖσαι
B
κρᾶτα
C
het ingesloten onderwerp
D
het ingesloten lijdend voorwerp

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal nu:
Ἐξηγοῦ t/m εἶ

Slide 12 - Tekstslide

Ἐξηγοῦ t/m Τειρεσία
ἐξηγέομαι gaat met de dativus.
Welk woord staat in de dativus?
A
σύ
B
µοι
C
γέρων
D
ingesloten

Slide 13 - Quizvraag

Welke functie heeft σύ dan?

Slide 14 - Open vraag

Ἐξηγοῦ t/m Τειρεσία
γέρων congrueert met σύ en is een praedicatieve bepaling (vertaal: als...)

Slide 15 - Tekstslide

γέρων congrueert met σύ.
Met welk woord congrueert γέροντι dan?
A
Τειρεσία
B
γέρων
C
µοι
D
niet

Slide 16 - Quizvraag


Ἐξηγοῦ t/m Τειρεσία

Slide 17 - Tekstslide

vers 187-190

Slide 18 - Tekstslide

Ὡς t/m γῆν

Slide 19 - Tekstslide

Ὡς t/m γῆν
Welke vorm is κάµοιµ'?
A
1e ev opt prae A - futuralis
B
1e ev opt aor A - potentialis
C
1e ev conj prae A - generalis
D
1e ev conj aor A - irrealis

Slide 20 - Quizvraag

Ὡς t/m γῆν
Hoe is θύρσῳ gebruikt?
A
acc- Lv
B
dat - aanvulling werkwoord
C
gen - aanvulling werkwoord
D
dat - instrumenti

Slide 21 - Quizvraag

Ὡς t/m γῆν
Hoe is γῆν gebruikt?
A
acc- Lv
B
dat - aanvulling werkwoord
C
gen - aanvulling werkwoord
D
dat - instrumenti

Slide 22 - Quizvraag

Vertaal:

Slide 23 - Tekstslide

vers 188-189

Slide 24 - Tekstslide

Ὡς t/m γῆνἐπιλελήσµεθ᾽ ἡδέως
γέροντες ὄντες.
Welke vorm en functie heeft γέροντες?
A
nom -nd bij ὄντες
B
nom - ptc prae
C
acc- Lv
D
acc - Nd in ACP

Slide 25 - Quizvraag

Vertaal:

Slide 26 - Tekstslide

Vertaal nu:

Slide 27 - Tekstslide

Ταὔτ᾽ ἐµοὶ πάσχεις ἄρα·
Welke vorm is Ταὔτ᾽?
A
nom ev v - O
B
acc mv o- Lv
C
nom mv o - O
D
dat ev v - aanvulling

Slide 28 - Quizvraag

Ταὔτ᾽ ἐµοὶ πάσχεις ἄρα·
Welke vorm is πάσχεις?
A
2e ev ind prae A
B
2e ev ind aor A
C
ptc nom ev m prae A
D
ptc nom ev m aor A

Slide 29 - Quizvraag

Vers 189-190:
Hier spreekt Tereisias weer.

Slide 30 - Tekstslide

Ταὔτ', κἀγὼ en κἀπιχειρήσω.
Hoe noemen we het ook alweer als twee opeenvolgende woorden samensmelten?

Slide 31 - Open vraag

κἀγὼ t/m χοροῖς
Welke vorm is ἡβῶ?
A
1e ev ind prae A
B
1e ev ind fut A
C
2e ev ind prae M
D
2e ev ind aor M

Slide 32 - Quizvraag

κἀγὼ t/m χοροῖς
Welke vorm is ἀπιχειρήσω?
A
1e ev ind prae A
B
1e ev ind fut A
C
2e ev ind prae M
D
2e ev ind aor M

Slide 33 - Quizvraag

κἀγὼ t/m χοροῖς
Hoe is χοροῖς gebruikt?
A
dat ev - instrumenti
B
dat ev - MV
C
dat mv - modi
D
dat mv - aanvulling ww

Slide 34 - Quizvraag


Vertaal:

Slide 35 - Tekstslide

Vers 191-196

Slide 36 - Tekstslide

Vers 191-196
In welke tijd staan: περάσοµεν, παιδαγωγήσω, ἡγήσεται en χορεύσοµεν?
A
prae
B
impf
C
aor
D
fut

Slide 37 - Quizvraag

Vers 191-196
In welke tijd staat φρονοῦµεν?
A
prae
B
impf
C
aor
D
fut

Slide 38 - Quizvraag

Vertaal nu

Slide 39 - Tekstslide