5.1 t/m 5.6

Welkom!

Ga zitten volgens jullie klassenplattegrond en doe jullie mobiels in de telefoontas!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga zitten volgens jullie klassenplattegrond en doe jullie mobiels in de telefoontas!

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  • Opdracht maken
  • Bespreking + uitleg
  • Huiswerk maken
  • Herhalingsquiz
  • Afsluiting




Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Uitleggen wat een balans is, wat er allemaal op een balans staat, je kan de balans in categorieën indelen en balansposten ordenen.
  • Uitleggen wat het verschil is tussen vaste, vlottende en liquide activa.
  • Uitleggen wat het verschil is tussen eigen vermogen, kort vreemd vermogen en lang vreemd vermogen.
  • Weten wat ‘debiteuren’ en ‘crediteuren’ zijn en hoe deze terugkomen op de balans.
  • Uitleggen wat mutaties zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht

Jullie krijgen een opdracht uitgedeeld. Voor elke opdracht krijgen jullie 6 minuten, daarna gaan we elke opdracht kort bespreken.
  • Je krijgt van te voren geen uitleg
  • Je mag geen vragen stellen aan de docent
  • Je mag alleen samenwerken in tweetallen
timer
6:00

Slide 4 - Tekstslide

Antwoord Excel bestand

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Een bedrijf maakt vaak aan het begin van het jaar een balans: beginbalans/openingsbalans

In de loop van de tijd komen er veranderingen in de balans
Je koopt of verkoopt bijvoorbeeld een bezit, verkoopt je voorraad, sluit een lening af …..
Maar de balans blijft altijd in evenwicht!
Daarom moeten er altijd minimaal 2 balansposten veranderen!
Aan het einde van het jaar maak je dan met alle veranderingen weer een eindbalans


  • Een bedrijf maakt vaak aan het begin van het jaar een balans: beginbalans/openingsbalans

  • In de loop van de tijd komen er veranderingen in de balans, maar de balans blijft altijd in evenwicht!

Daarom moeten er altijd minimaal 2 balansposten veranderen!

Deze veranderingen noemen we mutaties.

  • Aan het einde van het jaar maak je dan met alle veranderingen weer een eindbalans

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Oefening

We gaan oefenen met mutaties via een powerpoint presentatie

Slide 11 - Tekstslide

Ga aan de slag!

Maak opdracht 5.1 t/m 5.6

Klaar? Laat het aan mij zien.

Tijd: Tot 15:10

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een balans?
A
een overzicht van de bezittingen en schulden
B
Een overzicht van de vaste- en vlottende activa
C
een overzicht van de gekochte goederen
D
een overzicht van de voorraad

Slide 13 - Quizvraag

Is de balans een momentopname?
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Moet een balans in evenwicht zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Debiteuren zijn:
A
Klanten die al wel hebben gekocht maar nog niet hebben betaald
B
Klanten die al wel hebben gekocht en hebben betaald
C
De betaalmiddelen van een onderneming
D
Een ander woord voor bezittingen

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn crediteuren?
A
Een persoon/bedrijf waar de onderneming nog geld van krijgt
B
Een persoon/bedrijf die nog goederen moet leveren
C
Een persoon/bedrijf die de onderneming nog moet betalen.
D
Een persoon/bedrijf die nog schulden heeft.

Slide 17 - Quizvraag

Bij welke categorie horen de begrippen?
Debetzijde (bezit)
vaste activa
vlottende activa
liquide middelen
Voorraad
Debiteuren
Winkelpand
Inventaris
Machines
Kasgeld
Bankrekening

Slide 18 - Sleepvraag

Afsluiting

Wat hebben we geleerd deze les?
Hebben jullie feedback?

Huiswerk: Opdracht 5.1 t/m 5.6

Slide 19 - Tekstslide