Week 47 Kapitel 2 Geburtstag (2024-2025)

Kapitel 2
Feierst du mit?

 Nehmt bitte die Bücher heraus.
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kapitel 2
Feierst du mit?

 Nehmt bitte die Bücher heraus.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1. Grammatik herhalen
2. Lesen oefenen leestoets 
3. Woordjes flashcards 
4. Aussprache 
3. Blooket


Lernziel: Je kunt je familie in het Duits presenteren. 

Slide 8 - Tekstslide

Prüfungen
1. Leestoets (week 50 --> over 3 weken )
2. Toetsweek (week 3/4) --> 15 januari (na de kerstvakantie)

Formatieve toets (week 49  --> 2 weken)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

                                   Mir geht es...

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wie alt bist du?
Ich bin... 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe oud ben je?

Slide 14 - Tekstslide

Was ist dein Hobby?

Mein Hobby ist...

Fußball spielen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Entschuldigung, ich nehme sofort mein Buch aus der Tasche! 

Slide 18 - Tekstslide

Wörter
1. die Geschwister = broers en of zussen
2.  kaufen = kopen
3. die leute = de mensen
4. das Geschenk = het cadeau
5. Weihnachten = kerst

Slide 19 - Tekstslide

Wörter
1.  broers en of zussen
2.   kopen
3. de mensen
4. het cadeau
5. kerst

Slide 20 - Tekstslide

Wörter
1. das Wochenende = het weekend
2. der Rucksack = de rugzak
3. die Gäste = de gast
4. auch = ook

Slide 21 - Tekstslide

Wörter
1.  het weekend
2. de rugzak
3.  de gast
4.  ook

Slide 22 - Tekstslide

HABEN
Ich habe
du hast
er/sie/es hat

Slide 23 - Tekstslide

HABEN
Ich
du 
er/sie/es

Slide 24 - Tekstslide

HABEN
wir haben
ihr habt 
Sie haben 

Slide 25 - Tekstslide

HABEN
wir 
ihr 
Sie  

Slide 26 - Tekstslide

sein
Ich bin
du bist
er/sie/es ist

Slide 27 - Tekstslide

HABEN
Ich
du 
er/sie/es

Slide 28 - Tekstslide

sind
wir sind
ihr seid
Sie sind

Slide 29 - Tekstslide

sind
wir 
ihr 
Sie  

Slide 30 - Tekstslide

Stencil
1. Persoonlijk voornaamwoord omcirkelen.
2. Maak stam van een werkwoord. 
S. 170 Aufgabe 3

Naam, ding en dier vervangen door er/sie/es

voltooid deelwoord
GE + STAM + T


timer
7:00

Slide 31 - Tekstslide

Lesen
Geburtstag
''







Fertig? S. 65 Wörter
Aufgabe 28
timer
15:00

Slide 32 - Tekstslide

S. 56 Aussprache
Aufgabe 15 (s. 78)
1. Ich habe drei Cousinen/ einen 
2. Onkel und eine Tante.
3. Ja, ich habe ein Bruder/ eine Schwester.
4. Das ist mein Opa/ meine Oma
5. Sie/er heißt Leo / Katja
6. Sie/er ist 9 Jahre alt.
timer
1:00

Slide 33 - Tekstslide

Flashcards
Quizlet of Wozzol
A3 papier 
DER DIE DAS

1. Woordjes die je niet kan onthouden opschrijven.
Voorkant Nederlands. Achterkant Duits. 
timer
25:00

Slide 34 - Tekstslide

S. 60 Grammatik
Aufgabe 19
DER = mannelijk
- Mannelijk persoon -->  (vb. der Vater, der Lehrer, …)
- Dagen en maanden  --> (vb. der Montag, der Januar, der Sommer)
-  ‘internationale’ woorden --> die in meerdere talen hetzelfde zijn (vb. der Computer)

timer
6:00

Slide 35 - Tekstslide

S. 60 Grammatik
Aufgabe 19
DIE (weiblich – w.)
- vrouwelijke woorden (vb. die Mutter, die Lehrerin)
- alle woorden met uitgangen 
-heit, -keit, -schaft, -ung
- 90% van de woorden met uitgang 
–e 
- het meervoud van vrouwelijke woorden eindigt altijd op –(e)n
timer
6:00

Slide 36 - Tekstslide

S. 60 Grammatik
Aufgabe 19
Das

HET woorden in het NEDERLANDS

HET meisje --> das Mädchen
HET huis --> das Haus
timer
6:00

Slide 37 - Tekstslide

Lesen
Weihnachtsmarkt
''







Fertig? S. 65 Wörter
Aufgabe 28
timer
25:00

Slide 38 - Tekstslide

Lidwoorden 
Der = mannelijk
die = vrouwelijk/meervoud
das = onzijdig 
timer
6:00

Slide 39 - Tekstslide

Darf ich auf die Toilette gehen?

Slide 40 - Tekstslide

S. 65 Grammatik
Aufgabe 28
Feiertage

timer
6:00

Slide 41 - Tekstslide

S. 69 Grammatik
Aufgabe 35
Einladung

Was
Wann
Wo
Bis wann = tot wanneer
timer
6:00

Slide 42 - Tekstslide

S. 59 Lesen Aufgabe 18
1. Kan je op de Weihnachtsmarkt Flammkuchen eten?
2. Kan je als cadeautje een hond kopen?
3. Staat er op een kerstmarkt een historische draaimolen?
4. Is er op de Gustaf-Gründgens-Platz een schaatsbaan?
5. Is de kerstmarkt in Düsseldorf klein?
6. Wat zou jij op een kerstmarkt kopen?
timer
20:00

Slide 43 - Tekstslide

S. 59 Lesen Aufgabe 18
1. Kan je op de Weihnachtsmarkt Flammkuchen eten?
2. Kan je als cadeautje een hond kopen?
3. Staat er op een kerstmarkt een historische draaimolen?
4. Is er op de Gustaf-Gründgens-Platz een schaatsbaan?
5. Is de kerstmarkt in Düsseldorf klein?
6. Wat zou jij op een kerstmarkt kopen?
timer
20:00

Slide 44 - Tekstslide

S.  52 Plauderecke
Aufgabe 11
S. 74 = zinnen aanvullen


timer
2:00

Slide 45 - Tekstslide

S.  53 Sprechen
Aufgabe 13
Kurze Präsentation
Foto van familie
- Erzähle über 2 Personen.
1. Wer sind diese Personen.
2. Wie heißen diese Personen.
3. Wie alt sind diese Personen.
4. Wann haben sie Geburtstag.

Slide 46 - Tekstslide

Präsentation
Das ist mein...
Sie/er heißt...
Er / sie ist .......... Jahre alt.
sie/er wohnt in.....
Sie/er hat Geburtstag am...

Slide 47 - Tekstslide

Wörter
timer
10:00

Slide 48 - Tekstslide

Hausaufgaben
Wörterliste A leren

Slide 49 - Tekstslide