Mens en milieu Kringlopen

Mens en Milieu
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Mens en Milieu

Slide 1 - Tekstslide

Mens en Milieu
Leerdoelen zijn: 
- Je kunt uitleggen hoe het bestaan van de mens afhankelijk is   van de biodiversiteit.
- Je kunt de voornaamste oorzaken en gevolgen van de milieuproblemen noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Mens en Milieu
Woorden die je moet kunnen gebruiken: 

- ecosysteem diensten ( productie-, culturele- en regulerende diensten)
- duurzame ontwikkeling
- kringloopeconomie (circulaire economie)
- lineaire economie
- bevolkingsdruk

Slide 3 - Tekstslide

Kringlopen
Kringlopen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen en begrippen B2
  • Je kunt de koolstofkringloop en stikstofkringloop in hoofdlijnen beschrijven en schema's hiervan interpreteren/uitleggen

Begrippen:
fossiele brandstoffen, stikstofassimilatie, ammonificatie, nitrificatie, denitrificatie, stikstofbinding/stikstoffixatie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Koolstofkringloop
Opdeling in twee verschillende groepen organismen: autotrofe en heterotrofe organismen.

Autotrofe organismen kunnen uit anorganische stoffen organische stoffen maken. Hierbij maken ze gebruik van chloroplasten en lichtenergie.

Heterotrofe organismen: organische stoffen uit andere organische stoffen. Voor de organische stoffen zijn zij afhankelijk van autotrofe organismen.
Dode resten en andere afvalproducten van organismen heet detritus of afval. Dit wordt afgebroken door dierlijke afvaleters en reducenten tot CO2, dat weer door autotrofe organismen opgenomen kan worden.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Koolstofkringloop

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Stikstofkringloop
  • Organisch gebonden stikstof komt vooral voor in eiwit, nucleotiden en nucleïnezuren. Stikstof komt ook voor in afvalproducten als ureum.
  • Producenten nemen stikstof op via NO3- of NH4+. Stikstoffixerende bacteriën kunnen N2 uit de lucht omzetten in bruikbare stikstof voor planten. Dit kan alleen anaeroob. Vandaar dat deze bacteriën in symbiose leven met planten. 
  • Consumenten halen stikstof alleen uit plantaardige eiwitten.
  • Reducenten zetten via ammonificatie stikstofhoudende verbindingen om in NH3. De ammoniak (NH3) wordt door nitrificerende bacteriën omgezet in nitriet en vervolgens in nitraat.
  • Bij denitrificatie wordt nitraat door bacteriën omgezet in stikstofgas. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link

Groenbemesting
Bij groenbemesting wordt klaver op stikstofarme grond geteeld, waarna deze omgeploegd wordt. Klaver leeft in symbiose met stikstofbindende bacteriën (knolletjesbacteriën), waardoor extra stikstof in de bodem komt. Door om te ploegen, blijft de stikstof beschikbaar voor nieuwe planten. Als planten geoogst worden, wordt de stikstof die als eiwitten aanwezig zijn in de plant onttrokken aan de bodem. De kringloop wordt onderbroken.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Fotochemische stikstofbinding
Bij fotochemische stikstofbinding reageert N2 met ozon (O3) tot nitraat, die zo beschikbaar komt voor planten.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Hoeveel procent heb je gescoord?

Slide 25 - Open vraag

Ga verder met de opdrachten t/m 21
Klaar?
Lees de context 'Risicobeoordelaar bij het RIVM' door en maak opdracht 21 en 22 + Olympiade opdracht 11

Slide 26 - Tekstslide

Check je leerdoelen!

  • Oefen de begrippen met de Flitskaarten

  • Controleer je leerdoelen met Test Jezelf

Slide 27 - Tekstslide

En nog een video voor de geinteresseerden over...

De invloed van algen op klimaat

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link