- We oefenen nu de persoonsvorm (t.t. en v.t.), het voltooid deelwoord en het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord door elkaar
- Voorbeeldzin:
* De man (pakken) gisteren de (vergroten) foto op en toen hij werd (overvallen)
Noteer:
* pakte vergrote overvallen