M2. H04. Herhaling 1-2

Welkom
2 MAVO |  2020-2021


Hoofdstuk 4
Goed gemaakt?

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
2 MAVO |  2020-2021


Hoofdstuk 4
Goed gemaakt?

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Deze week:
Herhaling H4

Volgende week
2 opdrachten in de les voor O, V of G

Slide 2 - Tekstslide

timer
1:00
Produceren

Slide 3 - Woordweb

Zet de bedrijfskolom in de juist volgorde
timer
1:00
1
2
3
4
5
Supermarkt
Broodfabriek
Consument
Graanboer
Meelfabriek

Slide 4 - Sleepvraag

Hoe noem je het als het het product
door elke bewerking steeds een
beetje meer waard wordt?
A
Kostprijs
B
Productiekosten
C
Toegevoegde waarde
D
Winst

Slide 5 - Quizvraag

Harry maakt een boekenkast. De planken kosten €14,90 per meter. Hij gebruikt 15 meter aan hout. Lijm en schroeven kosten €2,50.

Bereken de materiaalkosten van de boekenkast.
A
€17,40
B
€226,10
C
€262,50

Slide 6 - Quizvraag

€226,10 is niet de kostprijs
van de kast.

Waarom niet?
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Fleur heeft 350 koekjes gebakken om te verkopen.
De totale kosten bedroegen €42,-.

Bereken de kostprijs per koekje.
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

De productiekosten van IJssalon Nelis zijn per
maand €3.780. De kostprijs per product is €0,90.

Hoeveel ijsjes maakt Nelis per maand?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Welk van de volgende is GEEN productiesector?
A
Agrarische bedrijven
B
Dienstverlenende bedrijven
C
Industriële bedrijven
D
Overheids bedrijven

Slide 10 - Quizvraag

Dit is een
A
Agrarisch bedrijf
B
Dienstverlenend bedrijf
C
Industrieel bedrijf

Slide 11 - Quizvraag

Dit is een
A
Agrarisch bedrijf
B
Dienstverlenend bedrijf
C
Industrieel bedrijf

Slide 12 - Quizvraag

Dit is een
A
Agrarisch bedrijf
B
Dienstverlenend bedrijf
C
Industrieel bedrijf

Slide 13 - Quizvraag

Dit is een
A
Agrarisch bedrijf
B
Dienstverlenend bedrijf
C
Industrieel bedrijf

Slide 14 - Quizvraag

Productiefactoren
timer
1:00
Natuur
Arbeid
Kapitaal
Cacaobonen
Het schip dat de cacaobonen vervoert
Machines waarmee chocolade wordt gemaakt. 
Personeel dat de machines bedient
Geld om te investeren

Slide 15 - Sleepvraag

Nelis verkoopt op een dag voor €325 aan ijsjes. De kosten waren €196

Bereken de winst.
timer
1:00

Slide 16 - Open vraag

Als je €2.000 per maand winst wilt maken en
je kosten zijn €1.200 per maand.

Hoeveel moeten je opbrengsten dan zijn?
timer
1:00

Slide 17 - Open vraag

Sophie verkoopt rozen voor €2 per stuk.
Haar totale kosten zijn €80.

Hoeveel rozen moet zij verkopen om geen verlies te lijden?

Slide 18 - Open vraag

Zelfstandig aan het werk
Hoofdstuk 4

Heb je paragraaf 1 en 2 al af?

Nee? Dan is dat je huiswerk voor donderdag!

Slide 19 - Tekstslide